Nieuwbouw

Meer dan 300 bouwbedrijven begeleid op weg naar export

Meer dan 300 bouwbedrijven begeleid op weg naar export
Meer dan 80% van de Vlaamse bouwexport gaat naar de buurlanden Frankrijk, Nederland, Luxemburg en Duitsland. Dat blijkt uit de 705 tussenkomsten die de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) de laatste 2,5 jaar in het kader van het EFRO-project Bouwen aan internationalisering voor exporterende bouwbedrijven heeft verricht. Het project zette voornamelijk in op de sensibilisering van bouwbedrijven via events en inspiratiemomenten maar tegelijk fungeerde de VCB als helpdesk. Tot slot van het project heeft de VCB nog 7 interviews met exporterende aannemers afgenomen. Die staan sinds kort op de website van de VCB (www.vcb.be).

De helpdesk van de VCB heeft tijdens de loop van het project van september 2018 tot en met maart 2021 met haar tussenkomsten uiteindelijk 330 ondernemingen geholpen. De VCB kreeg de meeste vragen over Frankrijk (31% van het totaal). Dan volgden Nederland (27%), Luxemburg (17%) en Duitsland (8%). Op behoorlijke afstand volgden Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Italië (met telkens 2%), Zwitserland, Zweden en Litouwen (met elk 1%). De overige landen vertegenwoordigen minder dan 1% van het totaal.

Tot slot van het project heeft de VCB 7 exporterende aannemers geïnterviewd: Yves Aertssen, Jan Haesevoets, Benny Buyse, Lucas Delmulle, Jeroen Nevelsteen, Bruno Geltmeyer, Yves Biesmans en tot slot Joeri Van Meenen, adjunct-directeur bij de VCB die als helpdesk van het project fungeerde. Het werden 7 boeiende verhalen van zowel grote als kleinere bouwbedrijven uit al de Vlaamse provincies.

Starten vanuit binnenlandse reputatie

Elk van die bedrijven heeft op de Belgische markt al een stevige reputatie opgebouwd. Zoals een van de geïnterviewden stelde: “Je kan niet exporteren wat je op de thuismarkt niet goed kent of beheerst”. Waarom dan aan export doen? Een aantal van de geïnterviewde bedrijven gaven aan dat de thuismarkt te beperkt is voor de gespecialiseerde activiteit die zij hier uitoefenen. Ook de risico’s spreiden is een belangrijke drijfveer. Het kan bijna nooit op alle bouwmarkten tegelijk slecht gaan. Een aantal aannemers zijn gaan exporteren omdat zij hun Vlaamse of Belgische opdrachtgevers naar het buitenland zijn gevolgd. Naderhand proberen zij dan meer hun eigen vleugels uit te slaan.

Sommige exporterende bouwbedrijven werken louter met eigen werknemers die zij dan naar het buitenland detacheren. In de interviews gaan zij dieper in op de formaliteiten die zij daarbij moeten vervullen en waarschuwen zij ook voor de mogelijke boetes. En zij raden aan alleen de beste medewerkers naar het buitenland te sturen. Anderen hebben uiteindelijk een buitenlands filiaal opgericht. Dan komt het erop aan dit filiaal degelijk te integreren in de Belgische groep en bijvoorbeeld de bedrijfsorganisatorische en financiële gegevens goed in de gaten te houden.

Andere regels en procedures

Op het vlak van transport en bekwaamheidsbewijzen gelden in het buitenland soms andere regels dan in eigen land. In Nederland moeten bouwbedrijven rekening houden met het advies van de welstandscommissies om een bouwvergunning te kunnen krijgen. In Frankrijk moeten zij de implicaties van de ‘assurance décennale’ onder de knie krijgen. Maar exporteren kan ook een verrijkende ervaring zijn. Zo werkt een van de getuigen nu al jarenlang conform de CO2-prestatieladder die nu in België opkomt, omdat die ladder in Nederland reeds al die jaren in zwang is. Tot slot nog deze tip van een van de getuigen: “Het is een leuk verhaal maar denk goed na vooraleer je ermee start en vooral: je moet kunnen doorbijten”.

Marc Dillen, directeur-generaal van de VCB: “De VCB heeft altijd al bouwbedrijven bij hun exportinitiatieven ondersteund. Export is voor bouwbedrijven belangrijk om voldoende omzet te kunnen realiseren. Dat is vooral van belang in gespecialiseerde marktniches. Maar export brengt voor de bedrijven ook extra risico’s met zich mee. Door in het buitenland te gaan werken krijgen onze bedrijven op heel wat terreinen vaak met andere wetgevingen te maken. Onze bedrijven moeten zich goed bewust zijn van deze risico’s en zich goed informeren alvorens de stap naar het buitenland te zetten. Ik raad bouwbedrijven met exportplannen dan ook ten zeerste aan zich voorafgaandelijk te informeren bij de VCB en meer in het bijzonder bij Joeri Van Meenen.”

Het project Bouwen aan internationalisering kreeg financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).

De reportages staan op www.vcb.be/in-de-kijker-detail?id=1579.

Ook interessant