Vastgoed

Woonbonus is niet onbetaalbaar

De Vlaamse Confederatie Bouw spreekt tegen dat de woonbonus onbetaalbaar zou zijn. De Vlaamse overheid krijgt in totaal voor 12 miljard euro bijkomende bevoegdheden en middelen. De uitgaven voor de woonbonus die vorig jaar 1,7 miljard bedroegen, vormen daar slechts een deel van. De Vlaamse overheid kan die dus blijven financieren met de overgedragen middelen. Een eigen woning verwerven is immers een basisrecht. Concreet dringt de VCB er bij de huidige en de nieuwe Vlaamse regering op aan niet aan de woonbonus te raken vooraleer zij een coherent woonbeleid op punt heeft kunnen zetten.

De Vlaamse overheid beschikt wel degelijk over mogelijkheden om de woonbonus te blijven financieren. Zij kan de woonbonus blijven betalen door verschuivingen van andere overgedragen budgetten ten gunste van het budget voor wonen. Zij kan ook binnen het systeem van de woonbonus verschuivingen doorvoeren. De woonbonus gaat slechts voor ongeveer 15% naar nieuwbouw en voor ongeveer 18% naar verbouwingen en komt in 67% van de gevallen tussen in de aankoop van woningen.

Volgens de VCB moet de overheid met de woonbonus vooral de bouw van nieuwe woningen en de renovatie van bestaande woningen ondersteunen. Concreet stelt de VCB voor dat de woonbonus moet bijdragen tot een verbetering van de energieprestaties van de Vlaamse woningen. Op die manier zal de woonbonus bijdragen tot een lagere woonlast op langere termijn. Dit betekent dat de woonbonus vooral moet worden aangewend om energiezuinige nieuwbouw en energiebesparende renovaties te ondersteunen.

In het licht van de forse bevolkingsgroei in Vlaanderen is het bovendien belangrijk dat er evenveel woningen kunnen bijkomen als er gezinnen bijkomen. De VCB raamt het aantal bijkomende gezinnen in Vlaanderen voor de periode 2010-2020 op ongeveer 300.000. De woonbonus draagt ertoe bij dat wonen voor de meeste gezinnen betaalbaar blijft en dat de vereiste toename van het aantal woningen effectief kan plaatsvinden.

De zesde staatshervorming zal de Vlaamse overheid in staat stellen een coherent woonbeleid te voeren. De woonbonus zal dan deel uitmaken van een totaal bevoegdheidspakket samen met de reeds bestaande Vlaamse premies en subsidies voor wonen en huren en met de verzekering gewaarborgd wonen. De VCB vraagt dan ook aan de Vlaamse overheid het systeem van de woonbonus niet ondoordacht te wijzigen zonder deze maatregel samen met de andere steunmaatregelen voor wonen te integreren in een coherente visie op het wonen voor alle Vlamingen. De overheid moet daarvoor niet overhaast te werk gaan vermits de uitgaven voor de woonbonus slechts geleidelijk aan toenemen.

Tenslotte stellen we vast dat de hypothecaire rente die al lang historisch laag stond, opnieuw aan het stijgen is. In dit verband vraagt de VCB aan de Vlaamse overheid om in het kader van het Vlaams bankenplan opnieuw met de financiële instellingen samen te zitten om voor de hypothecaire leningen drempelverlagende maatregelen te nemen. Maar het is nu zeker niet het moment om rond de steun aan wonen en meer bepaald rond de woonbonus onzekerheid te doen ontstaan.

Ook interessant