Architectuur

Stationsproject Oostende uit de startblokken

De werkzaamheden voor het stationsproject Oostende van Dietmar Feichtinger Architectes en Euro Immo Star zijn gestart met het neerhalen van de oude loopbrug op de havenkaai achter het stationsgebouw. Niet alleen wordt het treinstation gerenoveerd en heringericht en wordt een nieuw trein-, bus- en tramstation gebouwd, ook de ferryterminal wordt vervangen en in het havengebied komt een nieuwe bus- en tramstelplaats. Een stadsdeel met een oppervlakte van meer dan 100.000m² wordt geherwaardeerd.

Intermodaal verkeersknooppunt

Het station van Oostende is een belangrijke halte voor treinen van en naar binnen- en buitenland en voor de Kusttram en vele bussen van De Lijn. Dagelijks passeren er duizenden reizigers, waarvan velen met de auto, te voet of per fiets aankomen of vertrekken. En dat aantal neemt altijd maar toe, want steeds meer mensen maken gebruik van het openbaar vervoer.

“De stations van vandaag zijn levendige centra en echte ontmoetingsplaatsen”, vertelt Jannie Haek, gedelegeerd bestuurder van de NMBS-Holding. “Maar een station als Oostende is bovenal een kruispunt van vele verkeersstromen en activiteiten die we nog beter dan vandaag op elkaar willen laten aansluiten. Als motor van de genetwerkte mobiliteit wil de NMBS-Holding samen met alle partners innovatieve oplossingen uitwerken. We geloven dat de mobiliteit van morgen genetwerkt is, waarbij iedereen de vrijheid krijgt om te kiezen voor dié mobiliteitsoplossing - trein, fiets, tram, bus, (elektrische) auto, cambio, Blue-bike... - die op dat moment het best bij zijn behoeften past.”

Luc De Man, directeur van De Lijn West-Vlaanderen treedt hem bij: “In de beleidsuitdaging voor het nieuwe Mobiliteitsplan Vlaanderen staat dat het stimuleren van het openbaar vervoer veronderstelt dat de overstap tussen de verschillende vervoerswijzen naadloos verloopt. En dat de gebruikers maximaal geïnformeerd worden over de beschikbare alternatieven. Daarom investeren we in een nieuw bus- en tramstation met vlot toegankelijke perrons vanwaar men makkelijk kan overstappen op andere vervoermodi. Bovendien besteden we veel aandacht aan het verbeteren van de informatievoorzieningen en het verhogen van het wachtcomfort voor de reizigers.”

Lees verder op Architectura.be