Nieuwbouw

Prijzen voor muurovernames kunnen efficiënter

De bouwheer die tegen een bestaande muur aanbouwt kan verplicht worden om die muur gemeen te maken. In praktijk betekent het vaak dat de bouwheer een stuk van de waarde van de gemene muur moet betalen aan de eigenaar. Om de betrokkenen in deze problematiek bij te staan worden door provinciale commissies op regelmatige tijdstippen eenheidsprijzen op-gesteld die gebruikt moeten worden bij het opstellen van de akte van muurovername. NAV, de grootste Vlaamse Architectenorganisatie maakt zich zorgen over de verschillen in aanpak binnen deze verschillende commissies. NAV vraagt zich luidop af of een landelijke sturing geen betere oplossing zou zijn.

Het NAV wijst erop dat het opstellen van deze prijslijsten zeer verschillend verloopt. Vooreerst is de samenstelling van de verschillende commissies heel divers. Soms maken enkel meetkundig-schatters deel uit van de commissie terwijl in andere commissies de architecten de lakens uitdelen. Het NAV stelt bovendien vast dat er tussen de verschillende prijslijsten, zonder objectief aanwijsbare redenen, grote verschillen merkbaar zijn. De materiaallijsten zijn per provincie verschillend, ook de prijzen zelf zijn voor gelijke materialen soms zeer uiteenlopend. Tevens is er een grote verscheidenheid in de methodiek waarmee de veroudering van de muur berekend wordt. Raar maar waar, in de ene provincie veroudert een muur veel sneller waardoor de waarde sneller daalt dan in andere provincies. Tenslotte stellen we vast dat in de ene commissie er jaarlijks een update gebeurt terwijl in andere provincies het soms jaren duurt vooraleer er nieuwe prijzen komen.

Het NAV pleit voor een overkoepelend initiatief waarbij de prijslijsten voor Vlaanderen zoveel mogelijk gelijklopend worden opgesteld. Er dient minstens een uniforme materiaallijst te komen, zodat alle materialen in alle provincies op dezelfde manier kunnen worden opgenomen. De vraag dient ook gesteld te worden of er nog per provincie een afzonderlijke commissie dient actief te zijn. Het zou meer aangewezen zijn dat er één Vlaamse commissie is die voor gans Vlaanderen een uniforme lijst opstelt, en waarbij eventueel regionale verschillen kunnen opgevangen worden door procentuele verhogingen of verlagingen. Deze commissie zou ook het ideale aanspreekpunt zijn voor de overheid zodat op basis van de gebundelde ervaringen van architecten, landmeters en aannemers, met kennis van zaken aanbevelingen kunnen gedaan worden in verband met de problematiek van de muurovernames.

NAV roept de andere bouworganisaties op om op dit vlak initiatieven te nemen. Administratieve vereenvoudiging is niet enkel een zaak van de overheid maar ook de bouwpartners zelf kunnen reeds heel wat inspanningen doen.