Vastgoed

Opstal of erfpacht: wat is het verschil en wanneer kies je welk recht?

Opstal of erfpacht: wat is het verschil en wanneer kies je welk recht?
Wie in Vlaanderen een woning wil bouwen of gebruiken op grond die niet van hem is, komt vaak de termen opstal en erfpacht tegen. Deze juridische constructies worden tegenwoordig steeds vaker toegepast bij vastgoedprojecten, erfgoedbeheer en samenwerkingen tussen particulieren en overheden. Maar wat is nu precies het verschil tussen opstal en erfpacht, hoe werken ze in de praktijk en welke rol spelen ze in België en Nederland?

Opstalrecht: bouwen op andermans grond

Stel je voor dat je een huis bouwt op iemand anders' grond. Dankzij het recht van opstal (opstalrecht) is dat mogelijk. Dit tijdelijke zakelijk recht geeft jou het eigendom van wat je op die grond bouwt of plant, terwijl de grond van iemand anders blijft. De opstaller wordt dus eigenaar van de woning of constructies die hij plaatst, maar niet van de grond zelf. Dit principe doorbreekt het normale recht van natrekking (waarbij de grondeigenaar automatisch eigenaar wordt van alles op zijn grond) en splitst de eigendom van de gebouwen af van de eigendom van de grond.

Het opstalrecht is altijd beperkt in tijd. Sinds de wetswijziging van 2021 bedraagt de maximale duur 99 jaar, waar dat vroeger 50 jaar was. In de praktijk spreken partijen vaak een termijn van enkele tientallen jaren af, met eventueel de mogelijkheid tot verlenging. Na afloop kan het opstalrecht vernieuwd worden als beide partijen dat willen. Voor het gebruik van het opstalrecht betaalt de opstaller meestal een vergoeding (ook retributie genoemd) aan de eigenaar van de grond (de opstalgever). Soms wordt echter gekozen voor een symbolische vergoeding of zelfs geen, zeker bij bepaalde projecten of familiale regelingen.

Erfpachtrecht: gebruik van andermans grond of woning

Het recht van erfpacht geeft iemand het volle genot van een onroerend goed (bijvoorbeeld een stuk grond of een huis) van iemand anders. De erfpachter mag de grond of woning gebruiken, bebouwen en er zelfs op wonen of verhuren, alsof hij de eigenaar is – maar juridisch blijft een ander de eigenaar van de grond. Ook de erfpacht is tijdelijk: in België nu minimaal 15 jaar en maximaal 99 jaar geldig. Deze termijn wordt altijd vastgelegd in een notariële akte (de Akte van Vestiging). Binnen die periode heeft de erfpachter zeer ruime rechten, zolang hij het goed niet beschadigt of in waarde vermindert.

Voor erfpacht betaalt men meestal een jaarlijkse vergoeding, canon genaamd, aan de erfpachtgever (de eigenaar). Het is mogelijk om een eenmalige som bij de start af te spreken of zelfs een gratis erfpacht (bijvoorbeeld "voor een symbolische euro"). Tegenwoordig is een jaarlijkse canon niet langer wettelijk verplicht, wat flexibiliteit geeft in overeenkomsten. Belangrijk om te weten is dat de erfpachter niet automatisch eigenaar wordt van wat op de grond wordt gebouwd. Normaal gezien behoudt de grondeigenaar het recht van natrekking: zonder bijkomende afspraken zou alles na het einde van de erfpacht aan hem toevallen. Wil de erfpachter toch zelf eigenaar zijn van de opstallen (gebouwen of beplantingen), dan moet in de overeenkomst een opstalrecht worden toegevoegd of inbegrepen. In de huidige praktijk in België wordt zo'n opstalrecht vaak automatisch mee verleend voor de duur van de erfpacht, zodat de erfpachter gedurende die tijd ook eigenaar is van de door hem opgerichte gebouwen.

Mogelijke toepassingen van opstal en erfpacht

Opstal en erfpacht zijn handige instrumenten om eigendom en gebruik van vastgoed te scheiden. Enkele typische voorbeelden uit de praktijk laten zien wanneer deze rechten van pas komen:

  • Ondergrondse bouw: Stel, je wil een ondergrondse garage bouwen onder de tuin van je buurman. Met een opstalrecht kan dat: jij wordt eigenaar van de garage die je bouwt, terwijl de buur eigenaar van de grond blijft. Beide partijen hebben zo duidelijk afgescheiden rechten, wat misverstanden voorkomt.
  • Partner beschermen: Soms wordt opstal gebruikt binnen een huwelijk of relatie. Heeft jouw partner geen eigendomstitel op de bouwgrond, dan kun je hem of haar via een opstalrecht (mede-)eigenaar maken van de woning die op die grond staat. Zo versterk je de positie van de partner: bij een eventuele verdeling of erfenis heeft hij of zij recht op een deel van de waarde van het huis, ook al is de grond niet in bezit.
  • Historisch erfgoed in erfpacht: Het erfpachtrecht is nuttig bij speciale gevallen, bijvoorbeeld een waardevol gebouw onderhouden zonder het te verkopen. Stel, je erft een kasteel maar kunt de hoge onderhoudskosten niet dragen. Je kunt dan met de gemeente een erfpacht overeenkomen voor pakweg 30 jaar, tegen een symbolische canon van 1 euro per jaar. De gemeente krijgt daarmee het recht om het kasteel te gebruiken en open te stellen (bijvoorbeeld als museum of toeristische attractie) en neemt de plicht op zich om het kasteel te onderhouden. Na afloop van de 30 jaar eindigt de erfpacht en wordt het kasteel weer volledig jouw eigendom. Op die manier blijft het erfgoed bewaard zonder dat je het voorgoed kwijtspeelt.

In Vlaanderen zijn het vaak lokale overheden of organisaties die opstal- en erfpachtrechten toekennen om projecten mogelijk te maken. Denk aan steden en gemeenten die bouwgrond in erfpacht geven om wonen betaalbaar te houden, of constructies zoals Community Land Trusts die werken met opstalrecht. In Nederland daarentegen is erfpacht vooral bekend als systeem in steden als Amsterdam, waar de grond eigendom blijft van de gemeente en particulieren een erfpacht van bijvoorbeeld 30, 50 of 99 jaar krijgen. Deze internationale verschillen in gebruik maken duidelijk dat opstal en erfpacht flexibele instrumenten zijn, die op maat ingezet worden naargelang de situatie en noden. Wat overal gelijk blijft: beide rechten bieden een creatieve oplossing om iemand een huis of gebouw te laten bezitten of gebruiken op grond die van een ander is, zonder dat meteen de volle eigendom van de grond wordt overgedragen.