Architectuur

De Grote Architectenenquête

Over de architectensector bestaan weinig harde gegevens. Nochtans staat het beroep voor ingrijpende aanpassingen en is er dus dringend nood aan facts & figures. Daarom sloegen het kunstensteunpunt Vlaams Architectuurinstituut VAi, de vzw Architecten-Bouwers, de Vlaamse architectenorganisatie NAV en de Orde van Architecten – Vlaamse Raad fv de handen in elkaar voor een diepgaande enquête bij de Vlaamse architecten. Het eerste deel van de enquête - waaraan maar liefst 808 architecten deelnamen - vond plaats in april 2011. De komende maanden wordt deel 2 van de enquête verspreid.

Het eerste deel leverde alvast enkele opmerkelijke vaststellingen op:

Nagenoeg alle architecten scholen zich bij.

Maar liefst 95% van de architecten volgt extra vorming of opleiding. Ruim een architect op tien (11%) maakt daar jaarlijks meer dan een week (+ 40 uur) voor vrij. Het spreekt voor zich dat deze groep ook meer uitgeeft aan vorming: in bijna een op twee gevallen meer dan 1.000 euro. Maar gemiddeld blijft de investering onder 500 euro.

Architecten hebben vooral nood aan opleiding in verband met de actuele regelgeving (73%) en de technische kennis (72%). Niet toevallig zijn dit twee thema’s die als een lacune in de reguliere opleiding worden aangeduid (zie verder).

Naast het georganiseerde aanbod aan navorming schaven architecten ook individueel hun kennis en inzicht bij. Meer dan negen architecten op tien leest een of meer vakbladen. Het internet vormt voor bijna acht op tien architecten een sterk gewaardeerde bron van informatie. Architectuurboeken weten 65% van de respondenten te boeien.

De opleiding vertoont serieuze lacunes.

Het onderwijs blijft een zere kwestie. Als algemene vorming voldoet de opleiding voor zes architecten op tien, maar zijn dus evengoed vier architecten op tien de tegengestelde mening toegedaan. Opvallend is dat de jongere generaties over het algemeen milder zijn in hun oordeel. Wellicht weerspiegelt dat toch een zekere positieve tendens in de opleiding.

Het beeld wordt nog somberder als we naar de praktische vorming kijken. Die krijgt van bijna negen architecten op tien (86%) een onvoldoende. Gelaakt worden onder andere het gebrek aan praktijkvorming, aan aandacht voor het bureaumanagement en de financiële haalbaarheid van bouwprojecten en aan realiteitszin. Volgens heel wat respondenten ligt er een te grote nadruk op het aspect ontwerpen en blijft het opstellen van bestekken, meetstaten, lastenboeken en bouwaanvraagdossiers verweesd achter. Andere lacunes hebben betrekking op het bouwtechnisch inzicht en de kennis over materialen en detailleringen.

Drie architecten op vier vinden specialisaties in het onderwijs een uitstekend idee. Voorop staan daarbij projectmanagement, werfopvolging, ingenieurskunde, technisch vakmeesterschap en management van het architectenbureau.

Lees verder op de website van het VAi