Architectuur

Convenant i.v.m. architectuurwedstrijden is een feit

Architectuurwedstrijden zijn voer voor discussie. Architecten zien zo’n wedstrijd als een grote creatieve uitdaging maar tegelijkertijd vragen ze zich af of het wel allemaal eerlijk verloopt en het de kosten en inspanningen wel waard is. BVA en NAV bogen zich over de problematiek. Het resultaat: een convenant voor organisatoren van een architectuurwedstrijd.

De beroepsverenigingen Bond van Vlaamse Architecten en het NAV, de Vlaamse Architectenorganisatie bundelden de krachten met de Architecten-Bouwers en de Orde van Architecten (Vlaamse Raad fv) om gezamelijk een convenant voor organisatoren van een architectuurwedstrijd op te stellen. Met dit convenant willen de sectororganisaties bouwheren aanmoedigen enkele basisprincipes te respecteren bij de organisatie van een architectuurwedstrijd.

Ontwerpwedstrijden versterken kwalitatieve architectuur. Ze nodigen het architectenbedrijf uit de grenzen van hun creativiteit te verleggen. Het wordt echter problematisch als hierdoor de economische rentabiliteit van architectenkantoren onder druk komt te staan. Creativiteit heeft immers ook economische grenzen. Het convenant wil duidelijke randvoorwaarden schetsen bij de organisatie van een wedstrijd.

Enkele belangrijke elementen zijn het opstellen van een duidelijke projectdefinitie, het vermijden van overbodige administratieve formaliteiten, bindende maximale eisen van het wedstrijdontwerp, een fair prijzengeld en het bekendmaken van de jury. Het belangrijkste van het convenant is ongetwijfeld de uitdrukkelijke vraag om de wedstrijd te faseren. Na een open kandidatuurstelling moet een beperkte selectie van architecten uitgenodigd worden om een ontwerp voor te bereiden.

Lees verder op Architectura.be