Bouwbedrijf Jos Dejongh in Kalmthout zoekt 25 metsers maar vindt ze niet

Jos Dejongh Bouwonderneming in Kalmthout zoekt voor zijn talrijke projecten 25 metsers om aan te werven. Maar de vacatures geraken moeilijk ingevuld en het ziet er niet naar uit dat dat snel zal veranderen. Zaakvoerder Jos Dejongh trekt daarom aan de alarmbel. De opleidingen tot geschoold bouwvakker moeten volgens hem aantrekkelijker gemaakt worden. De afdeling Bouw van het BuSo Kristus Koning Instituut in Sint-Job-in-‘t-Goor doet alvast inspanningen op dat vlak en kan hierbij rekenen op de steun van Jos Dejongh.

“Metser of bouwvakker is in feite het mooiste beroep dat er bestaat”, steekt bedrijfsleider Jos Dejongh van wal. “Deze stielmannen creëren iets heel concreet en tastbaar dat bovendien jarenlang meegaat en bewonderd kan worden. Ook de samenhorigheid op de werf is heel apart en werkt extra motiverend om een mooi eindresultaat neer te zetten.”

Het bouwbedrijf in Kalmthout verwelkomt regelmatig leerlingen van het Kristus Koning Instituut op een van de werven in de regio. “Die bezoeken doen we ondertussen al jaren. Het laat ons toe om de leerlingen op de werf de nieuwste technieken aan te leren. Ze kunnen dan ook al eens werken met een kraan. Op die manier proberen we de opleiding aantrekkelijk te maken”, legt leraar Paul Van Thillo van de laatstejaars uit.

Kleine klasgroepen

Tijdens hun observatiejaar proeven de 12-jarigen van het Kristus Koning Instituut van de verschillende ateliers, waaronder bouw, schilderen, tuinbouw en magazijn. Op het einde van dat jaar moeten ze kiezen in welke richting ze willen verder gaan. Om de keuze voor bouw extra te stimuleren stellen de leerkrachten en begeleiders alles in het werk om het voor de leerlingen ook echt aantrekkelijk te maken. Zo wordt er gewerkt in kleine klasgroepen waarbij rekening wordt gehouden met de individuele mogelijkheden van elke leerling.

“We gaan regelmatig naar de werf om een plan te leren lezen of om met een kraan te werken. We bezoeken Batibouw en we voorzien bovendien veel randactiviteiten. Ook de beroepsfierheid die metsers hebben als ze naast een gebouw of woning staan die ze mee hebben gezet, is een aspect waarop we de leerlingen regelmatig wijzen. Met het atelier bouw proberen we ook de renovaties en kleine bouwprojecten op de schoolcampus zo veel mogelijk voor onze rekening te nemen. De leerlingen kunnen in dat geval meewerken aan de realisatie van een concreet project”, onderlijnt praktijkleraar Joachim Van Loo.

Ervaring op de werf

Na de 2 specialisatiejaren in het atelier bouw volgt nog een laatste jaar ABO. De leerlingen volgen dan 2 dagen les en staan daarnaast 3 dagen op de werf. “Het is een belangrijke fase naar integratie in een bedrijf omdat ze zich op die manier de werkmethoden al eigen kunnen maken. De leerlingen gaan zelf op zoek naar hun stageplaats, maar vanuit de school ondersteunen we hen daar ook in en sturen we bij waar nodig is. Na dat jaar ABO zijn de leerlingen in staat om ineens fatsoenlijk mee te draaien in een bouwactiviteit. Jos Dejongh Bouwonderneming biedt zo al gedurende jaren stageplaatsen aan onze leerlingen”, vertelt Paul Van Thillo tot slot nog.

In de regio worden er trouwens weinig soortgelijke opleidingen voor de bouw aangeboden. 80 procent van de afgestudeerden vindt dan ook meteen werk in de bouw. Zij hebben het vooruitzicht van een aantrekkelijk loon van ongeveer 1.500 euro netto per maand. Tijdens de opleiding in het atelier bouw van het Kristus Koning Instituut gaat er ook aandacht naar het behalen van het VCA-attest. Hiervoor slaagt 80 procent van de leerlingen. Voor het behalen van het rijbewijs levert de school eveneens grote inspanningen.