Architectuur

Architectencongres 2014: Integraal ruimte scheppen

Architectencongres 2014: Integraal ruimte scheppen
fotograaf: Tim Van Wichelen
Na het eerste succesvolle Architectencongres in 2012 vond gisteren onder de titel ‘Integraal ruimte scheppen’ de tweede editie plaats. De 370 deelnemers bogen zich er samen met meer dan 20 gezaghoudende stemmen uit de architectuur- en bouwwereld over twee thema’s. Integraal samenwerken, meer specifiek in bouwteams, was aan de orde voor de pauze. Organisator NAV, met meer dan 2.750 leden de meest representatieve architectenorganisatie in Vlaanderen, stelde er de resultaten voor van een eigen enquête over de hedendaagse samenwerkingsvormen in de bouwsector. Na de pauze sneed het congres het vraagstuk van de verwachte demografische boom van de komende jaren aan. Met meer dan 300.000 extra woongelegenheden in het verschiet de komende decennia, verwachten architecten hun kennis hierover uit ontwerpend onderzoek met het beleid te kunnen delen.

Perspectief 1: Lagere budgetten vs hogere eisen: is het bouwteam de toverformule?


Het eerste perspectief onderzocht of er voor architecten opportuniteiten liggen in nieuwe vormen van (integraal) samenwerken. De lat voor bouwprojecten ligt immers steeds hoger, en dat niet alleen op het vlak van duurzaamheid of prestatie-eisen. Ook het toenemend aantal bouwpartners en de groeiende vraag van bouwheren naar een total cost of ownership, zorgen voor een verschuiving van de rol van de architect. Veel architecten en andere bouwpartners stappen daarom vandaag de dag al in een of andere vorm van bouwteam, waarbij ze al van bij de ontwerpfase gaan samenwerken.

Een strikte definitie van een ‘bouwteam’ bleek echter moeilijk. De eerste spreker was architect Bart Verheyen van het Antwerpse kantoor Stramien, dat zich ook erg engageert in het Ringland-dossier. In zijn definitie stapt de architect vrijwillig in het bouwteam om, samen met de opdrachtgever en een of meerdere andere bouwpartners, het bouwproces te optimaliseren. Binnen dat bouwteam behouden alle partijen hun onafhankelijkheid en hun verantwoordelijkheden.

In de praktijk bestaan echter ook diverse andere vormen van bouwteams omdat de opdracht het vereist of zelfs oplegt. Wie wil intekenen op een PPS-of DBFM project of deelneemt aan een wedstrijd, stapt min of meer ‘gedwongen’ in een bouwteamformule. Op dat ogenblik kan voor architecten het schoentje niet alleen beginnen wringen op het vlak van de werking en de afspraken, maar ook met betrekking tot de onafhankelijkheid en de verantwoordelijkheden.

Uit een enquête die NAV eerder dit jaar hield bij zo’n 250 architecten, blijkt dat ongeveer de helft al eens heeft deelgenomen aan één of andere vorm van bouwteam. De hoofdmoot, zeg maar een derde, werkte al samen in een bouwteam dat niét onder PPS, DBFM of een wedstrijdformule valt. Die architecten werkten met andere woorden met andere bouwpartners samen omdat ze het zelf wilden, niet omdat ze niet anders konden om de opdracht binnen te halen. Bovendien heeft meer dan de helft van de bevraagde architecten de intentie om binnenkort in zo’n bouwteam samen te werken. Veel interesse dus bij ontwerpers, maar ook veel twijfels. Om de kennis rond het thema te verhogen en de koudwatervrees weg te werken, zal NAV met steun van het IWT en samen met de Vlaamse Confederatie Bouw, de Bouwunie en ORI, de vereniging van advies- en ingenieursbureaus, de komende vier jaar het project ‘Werken in bouwteam, een innovatief bouwproces’ op poten zetten.

Daarnaast vroeg NAV aan de Orde en de overheid om de deontologie en de wetgeving aan te passen zodat architecten vrijer zijn om samenwerkingen aan te gaan, uiteraard mits behoud van hun onafhankelijkheid.

Architectencongres 2014: Integraal ruimte scheppen
Het debat onder leiding van moderator Wim De Vilder, met Rob Van De Velde en Tom Balthazar (schepenen van Ruimtelijke Ordening in respectievelijk Antwerpen en Gent), Bart Somers (burgemeester van Mechelen), ir.-architect en ruimtelijk planner Marc Martens, architect Luc Binst (CEO Crepain Binst), woon- en stadsdeskundige ir.arch. Filip Canfyn en Marc Dillen (algemeen directeur Vlaamse Confederatie Bouw).
fotograaf: Tim Van Wichelen


Perspectief 2: Meer mensen, minder ruimte: dé hefboom voor stadsverdichting?


In het tweede bogen specialisten zich over de voorspelde demografische groei in Vlaanderen. Tegen 2030 zouden er volgens bepaalde vooruitzichten meer dan 300.000 woongelegenheden moeten bijkomen. Bovendien worden de gezinnen steeds kleiner, en de beschikbare ruimte steeds krapper. De vraag rees dan ook of er in die context niet werk moet gemaakt worden van een verdere stadsverdichting, en een hergebruik van reeds aangesneden gronden? Aan het woord kwamen onder meer voormalig stadsbouwmeester van Antwerpen Kristiaan Borret, burgemeester van Mechelen Bart Somers en de schepenen van ruimtelijke ordening Tom Balthazar (Gent) en Rob Van De Velde (Antwerpen).

Dit toekomstperspectief zal Vlaanderen ook dwingen om na te denken over nieuwe vormen van wonen en bouwen. NAV vroeg aandacht voor de rol van de architect hierin, ook bij de beleidsmakers. Vaak worden de lijnen immers uitgetekend door overheid en immobiliënmakelaars, terwijl er heel veel kennis en onderzoek bij de architecten zit. “We hebben uiteraard geen steen der wijzen in ons bureau liggen, maar zonder architecten zal het gegarandeerd allemaal lood om oud ijzer blijven”, aldus voorzitter Kati Lamens. “De architect slaagt er als geen ander in om een analytisch vermogen te koppelen aan synthetische denkkracht, en een hoop op het eerste zicht losse eindjes te bundelen in een coherent concept dat voldoet aan alle randvoorwaarden en maatschappelijke doelstellingen.”

Het architectencongres is een organisatie van NAV in samenwerking met main partner Wienerberger en partners Reynaers, Kubus, Renson, Euromaf, AR-CO, Protect, Velux, Recticel, Limeparts, Gyproc, Derbigum, Architect@work en CEA, en media partners Dimension, Architectura.be, Elma Multimedia en Bouw & Wonen. Zie www.architectencongres.be

Ook interessant