Beveiliging

Zo plaats je je beveiligingscamera op de juiste manier

Zo plaats je je beveiligingscamera op de juiste manier
Wil je je woning, tuin of oprit in de gaten houden, ook als je niet thuis bent? Dan zijn beveiligingscamera’s een populaire oplossing. Ze schrikken ongewenste bezoekers af en helpen bij het identificeren van indringers. Mits je camerabeelden van goede kwaliteit zijn natuurlijk. Want wat heb je aan beelden die je niet kunt gebruiken vanwege privacywetgeving of het feit dat de inbraak nét buiten beeld plaatsvindt?

Coen Staal, voorzitter bij stichting Nationale Inbraakpreventie Weken (NIPW): “Beveiligingscamera’s dragen op verschillende manieren bij aan veiligheid rondom je woning. Ze schrikken af, helpen indringers op te sporen en geven je inzicht in hoe mensen binnenkomen, zodat je een nieuwe inbraak kunt voorkomen. Toch worden camera’s nog te vaak verkeerd gebruikt en geplaatst. Zonde, want mensen komen hier pas achter als het te laat is. Kies dus niet alleen voor de juiste camera maar júíst ook voor een goede plaatsing. Zo houd je ongewenste bezoekers buiten de deur.”

Zorg er dus voor dat je camera’s op de juiste manier plaatst én gebruikt. Bijvoorbeeld met deze vijf tips.

1. Bedenk goed wat je wilt bereiken

Wil je goed zicht houden op wat er rondom je huis gebeurd, kan een videodeurbel een eerste stap zijn om je huis te beveiligen. Deze zal namelijk niet alleen meldingen geven wanneer iemand aanbelt, maar detecteert ook beweging. Wil je graag meer overzicht van de omgeving, dan kun je denken aan een beveiligingscamera. Deze hangen namelijk vaak wat hoger. Ze zijn minder geschikt om indringers te identificeren, tenzij je kiest voor een zoomfunctie. Ook een camera met ingebouwde schijnwerpers is een goed afschrikmiddel. Wil je ongewenste bezoekers ook ’s nachts kunnen identificeren? Kies dan voor een camera met infraroodfunctie. Zorg dat je camera’s goed zichtbaar zijn, zo schrik je inbrekers al op voorhand af. Een extra voordeel van dit alles, goede zichtbare camera’s

2. Houd rekening met privacywetgeving

Of je je camera nu richt op je voortuin, achtertuin, oprit, garage of voordeur, houd altijd rekening met de privacywetgeving. Vaak mag je op de openbare weg niet of beperkt filmen. Doe je dit toch, dan ben je in overtreding en kun je je camerabeelden niet als bewijsmateriaal gebruiken. Een functie waarbij je camerabeeld gedeeltelijk kunt beperken biedt uitkomst.

3. Hang camera’s op strategische plekken

Indringers komen vaak binnen via een raam, maar kiezen de makkelijke weg naar buiten: de voordeur. Wil je inbrekers identificeren, hang dan een beveiligingscamera bij je deur. Doe dat binnen óf buiten, maar film niet door glas. Een camera achter glas registreert namelijk ook de weerspiegeling van het infraroodlicht in het glas. Het resultaat? Onbruikbare beelden.

4. Richt je camera’s op waardevolle spullen

Wordt er ingebroken, dan wil je weten welke spullen er verdwenen zijn. Door waardevolle dingen te filmen, verzamel je bewijsmateriaal van wat inbrekers hebben meegenomen. Kies daarbij voor een camera met groothoeklens, zodat je niet alleen het object maar ook een deel van de kamer in beeld hebt.

5. Denk na over hoek en hoogte

Houd rekening met de blinde hoek van een camera, en bepaal goed wat je in beeld wilt brengen. Ook wil je je camera’s niet te hoog plaatsen, om te voorkomen dat je een indringer alleen kunt identificeren aan de hand van een kapsel of hoofddeksel. Denk tot slot ook aan lichtinval. Wordt je camera op bepaalde tijdstippen verblind door zonlicht, dan levert dat alleen beelden op met een witte vlek.

Ook interessant