Ook de impact op de samenleving groeit. Zes op tien Belgen denken dat starters eerst een tijdelijke woning moeten kopen vooraleer ze hun droomwoning kunnen betalen, terwijl 71% van de 25- tot 34-jarigen aangeeft dat de hoge woonlasten gezinsvorming bemoeilijken of uitstellen.
Andere conclusies uit de studie:
- Voorspellingen van ING voor de prijzen van residentieel vastgoed in België:
- 2025 – prijsstijging van 4,6%
- 2026 – prijsstijging van 1,6%
- 2025 – prijsstijging van 4,6%
- Energie-efficiëntie:
- Bijna twee derde wil niet inboeten op energiezuinigheid in een nieuwe woning.
- Zeven op tien eigenaars nam recent maatregelen om hun woning energiezuiniger te maken.
- Eén op de vier Belgen wil zijn aankoop- of bouwplannen uitstellen vanwege de onzekerheid over toekomstige renovatieverplichtingen.
- Bijna twee derde wil niet inboeten op energiezuinigheid in een nieuwe woning.
Hoewel de hypotheekrente sinds 2024 wat is afgekoeld, blijft ze hoger dan vóór 2022, en door de aanhoudende inflatie verwachten we geen terugkeer naar de enorm lage rentevoeten die we gekend hebben. Dit heeft een impact gehad op de betaalbaarheid van woningen, zoals de ING Consumer Survey eind vorig jaar al aantoonde, waaruit bleek dat de meerderheid van de Belgen vreest dat jongeren niet meer in staat zullen zijn om een woning aan te kopen. Daarom gingen we in onze meest recente enquête dieper in op hoe de Belg vandaag kijkt naar de huidige situatie en toekomst van jonge en eerste kopers op de woningmarkt.
Uit onze enquête blijkt dat gemiddeld 65% van de Belgen eigenaar is van een woning, maar bij jongere generaties ligt dat aandeel beduidend lager: slechts 34% van de 18- tot 24-jarigen is eigenaar, en ook bij de 25- tot 34-jarigen blijft het aandeel zo'n tien procentpunt onder het gemiddelde. Die moeilijke toegang tot de koopmarkt weerspiegelt zich ook in hoe Belgen de positie van starters inschatten: bijna zeven op tien Belgen vindt dat starters vandaag « meer betalen voor minder » — in termen van kwaliteit, oppervlakte etc. — dan vijf jaar geleden. Die bezorgdheid leeft niet alleen in België, maar ook bijvoorbeeld in Nederland, waar bijna drie vierde van de bevolking dezelfde mening deelt.
Toegang tot woningmarkt steeds afhankelijker van familiale steun
Degenen die zich toch op de koopmarkt begeven, zijn duidelijk op zoek gegaan naar andere manieren om de betaalbaarheid te verbeteren. Volgens de Nationale Bank van België (NBB) reageerden starters op deze gestegen woonlasten door de looptijd van hun hypotheek te verlengen. Daarnaast blijkt uit onze enquête dat financiële steun van familie als belangrijker wordt ervaren dan voorheen: 64% van de Belgen denkt dat starters vandaag vaker (een deel van) hun eigen inbreng via familie financieren dan vijf jaar geleden, en 72% denkt dat ze nu nood hebben aan een grotere bijdrage van hun familie dan voorheen. Vooral bij de 25- tot 34-jarigen leeft die overtuiging sterk: 77% geeft aan dat starters vandaag meer financiële steun nodig hebben van hun ouders of familie, en 71% denkt dat die steun ook vaker wordt geboden.
Woonwensen van jonge Belgen botsen op realiteit, wat ertoe kan leiden dat ze later een gezin stichten
Zelfs met de financiële steun van ouders of familie, is het geen zekerheid dat men de woning kan kopen die men écht wil."Zo denkt 62% van de Belgen dat starters eerst een tijdelijke woning zullen moeten kopen voordat ze kunnen doorstromen naar hun ideale woning, en iets meer dan de helft verwacht dat die ideale woning voor veel starters een droom zal blijven. Bij de 25 tot 34-jarigen is zelfs twee derde hiervan overtuigd", benadrukt Alissa Lefebre, econoom bij ING en auteur van de studie.
Dit heeft dan ook gevolgen die veel verder reiken dan de woningmarkt. Zo geven zes op tien Belgen aan te geloven dat woonlasten mensen ervan weerhouden een gezin te stichten of dwingen hen om die beslissing uit te stellen omdat ze geen geschikte, betaalbare woning kunnen vinden. Bij jongeren tussen 25 en 34 jaar – de leeftijdscategorie waarin vrouwen in België gemiddeld hun eerste kind krijgen – loopt dat aandeel zelfs op tot 71%, wat wijst op een sterke impact van de woonsituatie op gezinsbeslissingen binnen deze levensfase.
De verlaging van de registratierechten heeft een grote invloed gehad op de recente dynamiek van de vastgoedprijzen
Begin 2025 werden de registratierechten voor een eerste gezinswoning verlaagd in Vlaanderen (van 3% naar 2%) en Wallonië (van 12,5% naar 3%), wat de betaalbaarheid tijdelijk verbeterde en leidde tot een toename van het aantal transacties en stijgende prijzen. Wij denken dat het grootste deel van de prijsstijging in 2025 al in de eerste helft van het jaar heeft plaatsgevonden en dat we in de tweede helft van het jaar waarschijnlijk een stabilisatie zullen zien. Zo is de langetermijnrente, en bijgevolg de hypotheekrente, gestabiliseerd en verwachten we zelfs een lichte stijging in de komende kwartalen."Om die reden denken we dat de "rush" op de vastgoedmarkt die we begin dit jaar gezien hebben zal kalmeren. Daardoor voorspellen we een stijging van de woningprijzen van 4,6% in 2025, gevolgd door een meer gematigde stijging van 1,6% in 2026," stelt Alissa Lefebre.
Fig. 3: Vastgoedprijstrends, inclusief prognoses van ING
(Prijsvoorspelling van mediane woningprijzen voor bestaand vastgoed)

De Belg wil niet inboeten op energie-efficiëntie
Sinds 2022 is de bouwkost van een woning sterk gestegen, vooral door de scherpe toename van de materiaalkosten. Hoewel die kosten sinds 2023 zijn gestabiliseerd, liggen ze nog steeds aanzienlijk hoger dan vóór 2022, wat weegt op de betaalbaarheid van nieuwbouwwoningen. Uit onze enquête blijkt dat Belgen vooral bereid zijn om bepaalde bouwplannen uit te stellen (40%), een eenvoudiger woningontwerp te kiezen (36%) of goedkopere interieurelementen te gebruiken (29%) om de kosten van een nieuwbouwwoning te drukken. Energiezuinigheid blijft echter een prioriteit: 64% wil daar niet op inboeten, met een opvallend verschil tussen jong en oud — bijna 80% van de 65-plussers houdt hieraan vast, tegenover slechts de helft van de jongste groep.Fig. 4: Belang van energie-efficiëntie neemt toe met de leeftijd
(% van Belgen per leeftijdscategorie die niet bereid zijn om minder energiezuinig te bouwen om zo de bouwkosten te drukken)

Zeven op tien woningeigenaars nam de afgelopen drie jaar minstens één maatregel om hun woning energie-efficiënter te maken, vooral via betere isolatie (34%), het reduceren van de energieconsumptie van elektrische apparaten (32%) en het plaatsen van zonnepanelen (29%). De belangrijkste drijfveren blijven besparing op energiekosten (64%) en een hoger wooncomfort (15%), terwijl milieu- en duurzaamheidsovertuigingen (11%) dit jaar belangrijker werden dan een hogere woningwaarde (7%). Op de huurmarkt blijven energetische renovaties achter, deels door praktische beperkingen en het feit dat de voordelen vooral bij de huurder terechtkomen.
"Hoewel Belgen duidelijk belang hechten aan energie-efficiëntie, zorgen de beleidswijzigingen van de voorbije jaren voor onzekerheid. Zo geeft één op vier Belgen aan momenteel aankoop- of bouwplannen uit te stellen door onduidelijkheid over toekomstige verplichtingen. Voorspelbaarheid blijkt dus essentieel, ook op de renovatiemarkt, waar vier op tien respondenten aangeven dat duidelijke en stabiele regels een essentieel onderdeel zijn van een effectief overheidssteunprogramma voor energiezuinige renovatie", legt Alissa Lefebre uit.
Tegelijkertijd is de economische prikkel om te investeren afgenomen, doordat de energieprijzen vandaag aanzienlijk lager liggen dan enkele jaren geleden. In combinatie met de beleidsmatige onzekerheid zorgt dat voor een dalende urgentie, waardoor de renovatiegraad dreigt te verzwakken - net op een moment dat versnelling nodig is richting een klimaatneutraal Europa tegen 2050. Een stabiel, betaalbaar en toekomstgericht renovatiebeleid is dan ook essentieel om eigenaars blijvend te motiveren en de noodzakelijke transitie te ondersteunen.
1 Dit onderzoek werd in september 2025 uitgevoerd door IPSOS in opdracht van ING onder een representatief panel van 1.003 Belgen. Een soortgelijk onderzoek werd ook uitgevoerd in Duitsland, Nederland, Spanje, Roemenië en Polen.


