De Vlaamse bouwmeester Peter Swinnen stelde onlangs zijn 'ambitienota' voor. Grote vastgoedprojecten in de zorgsector en sociale huisvesting worden een zorgenkind. Maar Swinnen richt de blik ook resoluut op Europa. De Vlaamse Bouwmeester liet in een interview met De Standaard ook al weten dat hij een light versie van adviesverlening wil invoeren. Op die manier kunnen instanties die niet het hele traject met de bouwmeester willen afleggen toch nuttig advies krijgen.
De Vlaamse bouwmeester wil de volgende vijf jaar sterk in beeld komen. Niet als een orakel, maar als een publieke figuur die zich mengt in de debatten. Bijvoorbeeld over overstromingen, en hoe geürbaniseerd Vlaanderen die kan voorkomen. Een eigen 'Atelier', tegelijk visitekaartje en reflectieruimte, moet de zichtbaarheid van de bouwmeester in Brussel verhogen. En dan is er nog het BWMSTR-label, een waarmerk waar opdrachtgevers fier zullen kunnen mee uitpakken.
Met oordelen moet je nochtans voorzichtig omspringen, weet Peter Swinnen (38). Als iemand van zijn team het woord 'kwaliteit' laat vallen, moet die een euro in een spaarpot stoppen. Swinnen wil een al te lichtvaardig gebruik voorkomen. Swinnen: “Met zo'n term stel je je kwetsbaar op. Want wat is kwaliteit? Wie bepaalt ze? Het gaat bij architectuur niet om mooi of lelijk, maar om maatschappelijke relevantie, meerwaarde voor de omgeving, contextuele inbedding. Adviseren en waken over hoe voorbeeldig Vlaanderen bouwt, blijft natuurlijk de opdracht van de bouwmeester. Maar daarvoor moet je een groter referentiekader hebben, een objectief masterplan. Concrete projecten kun je daaraan aftoetsen.”
Lees verder op Architectura.be
Ook interessant
Meer over Architectuur
- Bouw & Wonen Partners:
