Sneller kwalitatief wonen aan lagere prijzen

Gisteren keurde de Commissie Wonen het Vlaams parlement een aanpassing van het grond- en pandenbeleid goed. Een voorstel van Veerle Heeren maakt het private bouwpromotoren makkelijker om versneld bijkomende sociale woningen te bouwen. Sociale huisvestingsmaatschappijen zullen –ook op voorstel van Veerle Heeren- tot 20% van een woonuitbreidingsgebied kunnen gebruiken om er een bescheiden woonaanbod te creëren.
Door deze aanpassingen komen er sneller betaalbare kwalitatieve woningen beschikbaar, ook voor mensen met een lager middeninkomen.

Het grond- en pandendecreet uit 2009 was aan een update toe. Tegen 2020 wil dat decreet 43 000 sociale huurwoningen en 21 000 sociale koopwoningen realiseren. Naast de klassieke sociale huisvestingsmaatschappijen kan daarvoor volgens het decreet ook de private sector worden ingeschakeld. Die laatste kan een beperkt aantal sociale woningen bouwen op eigen kracht of via de huisvestingsmaatschappijen.
De theorie was mooi, in de praktijk blijkt de bouw van nieuwe woningen te traag te verlopen.

De aanpassingen in het decreet die gisteren in het Commissie Wonen werden goedgekeurd, bevatten twee amendementen van Veerle Heeren. Zij komen tegemoet aan het probleem.

Het eerste amendement maakt het private promotoren makkelijker om een vrijwillig sociaal woonaanbod te realiseren buiten de verplichtingen van het grond- en pandendecreet. Dat betekent dat de private sector vrijwillig woningen bouwt conform de wettelijke prijs- en kwaliteitsnormen van sociale woningen. Vervolgens kan de sector die woningen overdragen aan een lokale huisvestingsmaatschappij of aan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen. Er is echter geen overnameplicht. Ook de betrokken gemeente moet het eens zijn met de aankoop.
Belangrijk is dat de private promotoren deze woningen in mindering kunnen brengen op toekomstige sociale lasten bij projecten in diezelfde gemeente en zo kredieteenheden van maximum 5 per project kunnen inzetten.

Veerle Heeren: “Dit amendement zorgt er voor dat we de geplande 64 000 sociale woningen versneld kunnen bouwen samen met de private promotoren.”

Het tweede amendement dat Veerle Heeren aanbracht, geeft de sociale huisvestingsmaatschappijen meer ruimte om sociaal woningaanbod te bouwen in woonuitbreidingsgebied. Voortaan mogen de huisvestingsmaatschappijen daar een bescheiden woonaanbod creëren voor maximaal 20% van het woonuitbreidingsgebied. Dat komt neer op kavels van maximum 5 are, of woningen met een volume van maximum 550 m³.

Veerle Heeren: “Het is de bedoeling dat de woningen in woonuitbreidingsgebieden vooral verhuurd of verkocht worden aan mensen met een lager middeninkomen. Bij hen is er vandaag een heel grote nood aan betaalbare woningen.”