Verwarming & Sanitair

Nieuw Nederlands initiatief om restwarmte uit datacenters te benutten

Nieuw Nederlands initiatief om restwarmte uit datacenters te benutten
Datacenters produceren veel restwarmte, die mogelijk kan worden gebruikt om woningen en bedrijven te verwarmen. In Amsterdam zien energiebedrijven en datacenters kansen om een nieuw te ontwikkelen woonwijk aan te sluiten op de restwarmte die een aantal naastgelegen datacenters produceert. De aanpak belooft een voorbeeld te worden voor andere partijen en initiatieven.

Amstel III is een gebied in Amsterdam Zuidoost dat de komende jaren transformeert tot een stadswijk met alle openbare voorzieningen, infrastructuur en recreatiemogelijkheden die daarbij horen. Tot nu toe zijn er vooral bedrijven en kantoren gevestigd. Maar in de komende tien jaar komen er duizenden woningen bij.

Warmte uit servers in de buitenlucht

Langs de randen van Amstel III liggen vier datacenters van het Amerikaanse Equinix, een van de grootste datacenterbedrijven ter wereld. Een vijfde datacenter is in aanbouw. De datacenters behoren tot de energiezuinigste in hun soort, maar produceren nog altijd veel restwarmte. De servers - die Equinix beheert voor bijvoorbeeld aanbieders van clouddiensten, zoekmachines, sociale media, banken en overheden - draaien continu. De koelsystemen van Equinix voeren de restwarmte, oplopend tot ongeveer 10 megawatt per datacenter, nu nog af naar de buitenlucht.

Gebiedsontwikkeling als kans

“Het grootschalige gebiedsontwikkelingsproject in Amstel III is een uitgelezen kans om de restwarmte te benutten”, vertelt Bob Mantel, strategisch adviseur energietransitie bij de afdeling Ruimte en Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam. “Voor de nieuwbouwwoningen die hier worden gerealiseerd is heel weinig warmte nodig. Met een vloerverwarming met een systeemtemperatuur van 30 graden kan een huis gedurende het gehele jaar verwarmd worden. En dat is precies de warmte die een datacenter kan leveren. Het past bovendien heel goed bij het beleid van de gemeente om voor nieuwbouwwijken zoveel mogelijk warmte van lokale bronnen te gebruiken en te werken aan een ‘open’ warmtenet. Dat is een net waarbij bewoners en bedrijven kunnen kiezen uit verschillende leveranciers.”

Haalbaarheidsstudie

In grote lijnen lijkt er een match tussen de warmtevraag van de nieuwbouwwijk en het aanbod van restwarmte vanuit Equinix. De hoeveelheid beschikbare restwarmte past bij het aantal woningen dat gebouwd wordt. Het is een kans die Equinix en energiebedrijven Nuon en Engie niet willen laten liggen. De drie bedrijven hebben een subsidie aangevraagd voor een haalbaarheidsstudie naar een warmtenet dat gebruik maakt van de restwarmte uit de datacenters. “Het uiteindelijke doel van het onderzoek is een ontwerp voor het netwerk en een doorgerekende businesscase”, vertelt Bart de Vries, business innovation manager bij Nuon. “Nuon, Engie en Equinix zitten er niet in om vrijblijvende toekomstscenario’s te schetsen.”

Nieuw warmtenet

De betrokken partijen richten zich met het onderzoek op een nieuw, op zichzelf staand warmtenet met een lage temperatuur. Nuon heeft in Amsterdam al een uitgebreid warmtenet, dat hoge temperaturen levert aan ongeveer 80.000 huishoudens. De Vries: “Koppeling van datacenters aan het stadswarmtenet zou technisch mogelijk moeten zijn, maar het temperatuurverschil is te groot om er een sluitende businesscase van te maken. Nu de plannen voor Amstel III concreet zijn geworden, is het daarom zinvol om te kijken of we een losstaand warmtenet met een veel lagere temperatuur kunnen realiseren.”

Meer dan een technische uitdaging

De praktijkervaringen laten zien dat het technisch goed mogelijk is om de warmte met een lage temperatuur uit datacenters te benutten. Het Amstel-III-project is echter veel meer dan een technische uitdaging, legt principal engineer Hans Schelvis van Equinix uit. “Doordat een warmtedistributienet nodig is, zijn de vragen complexer en grootschaliger. De complexiteit ligt vooral in de vorming van een keten: een warmtebron, distributeur, een partij die de warmte kan opwaarderen, een leverancier en de aan te sluiten klanten.”

Gratis restwarmte

Begin 2017 deed Stijn Grove, voorzitter van koepelorganisatie Dutch Datacenter Association (DDA) een oproep aan de energiesector. “We bieden onze restwarmte gratis aan”, zei hij destijds. In 2016 verbruikten de Nederlandse datacenters samen ongeveer 1247 megawatt aan elektriciteit. Energie die voor het grootste deel wordt omgezet in restwarmte. De branche maakt een sterke groei door. Volgens de DDA gaat het om een verdubbeling per vier jaar. Ook de hoeveelheid beschikbare restwarmte neemt daardoor sterk toe.

Nieuwe vorm voor de energietransitie

Uiteindelijk draait het erom dat het warmtenet Amstel III betaalbaar wordt. Voor de betrokken partijen, maar ook voor de klant. De gemeente Amsterdam verwacht veel van de plannen, vertelt Mantel. “70 procent van alle commerciële datacenters in ons land staat in en rond Amsterdam. Als het hier niet lukt, lukt het nergens. Deze samenwerking heeft de potentie om drie belangrijke sectoren samen te brengen: energie, vastgoed en ICT. Het is daarmee een nieuwe vorm voor de energietransitie, en hopelijk een voorbeeld voor andere partijen en initiatieven.”

Ook interessant