Zo mag je uitsluitend een deel van de huurwoning onderverhuren, en alleen als je zelf in het andere gedeelte van de woning blijft wonen. Jouw deel moet je hoofdverblijfplaats zijn, terwijl het deel dat je onderverhuurt al dan niet als hoofdverblijfplaats moet dienen voor de onderhuurder. In dat geval gaat het om een ‘huurovereenkomst betreffende een hoofdverblijfplaats’ waar de hoofdhuurder de verhuurder is en de onderhuurder de huurder. De huurovereenkomst is onderworpen aan de bepalingen van de woninghuurwet, maar onder bepaalde voorwaarden en met enkele uitzonderingen, zoals:
- De duur mag niet langer zijn dan de hoofdhuurovereenkomst.
- De hoofdhuurder moet de onderhuurder op de hoogte brengen van deze situatie.
- Wanneer de verhuurder de hoofdhuur beëindigt, moet de hoofdhuurder de onderhuurder verwittigen binnen de 15 dagen volgend op de ontvangst van de opzegging. Het contract van de onderhuur eindigt op dezelfde datum als het contract van de hoofdhuur.
- Maak je als huurder een einde aan de hoofdhuur, dan moet je een opzegging van drie maanden geven aan de onderhuurder en hem of haar drie maanden huurprijs betalen.
En misschien wel de belangrijkste regel van al? Onderverhuur van een huurhuis kan enkel met toestemming van de verhuurder! Verhuur niet zomaar een kamer aan een kennis of een vreemde zonder contact op te nemen met je verhuurder.
