Vastgoed

Grote gezinnen hebben recht op een sociale woning naar hun maat

Grote gezinnen hebben recht op een sociale woning naar hun maat
Brussels parlementslid Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit) ondervroeg de bevoegde staatssecretaris over de toenemende problematiek van ‘bovenmatige sociale woningen’. Dat zijn woningen die eigenlijk te groot zijn geworden voor een gezin. De noden van gezinnen in sociale woningen veranderen immers doorheen de jaren. Zo kan het zijn dat er kamers ongebruikt blijven en dat terwijl de nood aan grote sociale woningen voor grote gezinnen groot is. 

"Grote gezinnen moeten vaak lange tijd wachten op een sociale woning die groot genoeg is voor hun familie, terwijl andere gezinnen – waar bijvoorbeeld de kinderen al lang het huis uit zijn – aarzelen om hun ruime sociale woning te verlaten," verklaarde Ahidar. "Dat is begrijpelijk, maar toch is het cruciaal dat deze gezinnen, die zelf de solidariteit van een sociale woning hebben ervaren, nu solidair zijn met andere grote gezinnen. Bovendien zijn er ook financiële voordelen voor huurders van te grote sociale woningen. Wanneer zij beslissen om naar een kleinere sociale woning te verhuizen, brengt dat ook een veel lagere huur met zich mee." 


Het huisvestingsnoodplan, dat anderhalf jaar geleden werd geïntroduceerd, heeft als belangrijkste doel om de 15.000 gezinnen die op de wachtlijst voor een sociale woning staan, verder te helpen. Huurders de weg wijzen naar woningen die beter passen bij hun gezinssamenstelling is daarbij van essentieel belang. 

6620 gezinnen verblijven momenteel in een te kleine sociale woning

Staatssecretaris Ben Hamou onthulde tijdens de commissie dat op dit moment 6.620 gezinnen in te kleine sociale woningen verblijven. Bovendien staan er 4.479 gezinnen op de wachtlijst voor een woning met 4 slaapkamers en wachten 2.246 gezinnen op een woning met 5 of meer slaapkamers. Daartegenover hebben 6.572 gezinnen één kamer te veel en 1.772 gezinnen twee of meer kamers te veel.  Dat wil zeggen dat ongeveer 40% van de gezinnen in een woning woont die te groot of te klein is.

Ten opzichte van 2020 is er weinig verbetering. Toen woonden volgens de staatssecretaris 6.733 gezinnen in een te grote woning en 6.623 in een te kleine woning.

Voor parlementslid Fouad Ahidar is de doorstroming van gezinnen die één of twee overbodige slaapkamers hebben naar kleinere woningen, nochtans een cruciale stap om de talloze gezinnen te helpen die in te kleine sociale woningen verblijven. Hij dringt erop aan dat dit met absolute prioriteit behandeld wordt. 

"De overheid moet in actie komen en ervoor te zorgen dat gezinnen efficiënt kunnen doorstromen naar geschikte woningen", benadrukte Ahidar. "We hebben een vastberaden beleid nodig om de woonsituatie van kwetsbare gezinnen te verbeteren en ervoor te zorgen dat sociale woningen op een efficiënte en effectieve manier worden toegewezen."  


Fouad Ahidar - BHP

Toewijzingscriteria voor sociale woningen moeten worden herzien

Tijdens de commissie huisvesting kondigde de staatssecretaris tevens aan dat actie 8 van het Noodplan voor Huisvesting, die tot doel heeft om de toewijzingscriteria te stroomlijnen en zo bovenmatige woningen sneller beschikbaar te maken voor behoeftige gezinnen, op dit moment wordt besproken door een werkgroep. 

De staatssecretaris gaf tijdens de commissie geen tijdslijn voor de werkgroep. Nochtans is het cruciaal dat de conclusies van deze werkgroep zo snel mogelijk op tafel komen als we deze legislatuur nog werk willen maken van oplossingen. De cijfers zijn duidelijk.

"Het is zeer positief dat de regering actief werkt aan de herziening van de toewijzingscriteria om zo bovenmatige woningen opnieuw sneller beschikbaar te maken voor behoeftige gezinnen., maar we mogen niet treuzelen. Ik zal dit blijven opvolgen, want iedereen recht heeft op een betaalbare en deftige woning” , aldus Ahidar.

Ook interessant