Nieuwbouw

Bouwsector wil wintertijd

Bouwsector wil wintertijd
Zondagochtend verzetten we de klok en gaan we van winter- naar zomertijd. Als het van het Europees Parlement afhangt, gebeurt die switch binnen twee jaar voor het laatst. Al zijn er ook lidstaten die hebben aangegeven dat ze hun klokken twee keer per jaar willen blijven verzetten.

Voor de bouw is de keuze alvast duidelijk: als we ervoor kiezen om de klok niet meer te verzetten, dan moet ze op de wintertijd blijven staan. Om economische redenen. Als de zomertijd ook in de wintermaanden geldt, dan moeten de bouwbedrijven in de winter ’s ochtends veel te lang in het donker werken. Dat is niet rendabel, niet leuk en niet veilig. De bouwbedrijven zijn het gewend om vroeg te beginnen. De bedrijven die altijd of vaak buiten werken hebben dus meer baat bij het winteruur. En dat zijn er velen, zoals wegenbouwers, kabel- en leidingleggers, woningbouwers, ruwbouwaannemers en dakdekkers. De wintertijd staat voor veiliger en gemakkelijker werken. Hij sluit het best aan bij de natuurlijke zonnetijd waardoor de werkuren beter overeen komen met de daglichturen.

Voor de duidelijkheid zou het beter zijn te spreken van een vroeg-licht-tijd (i.p.v. wintertijd) en een laat-licht-tijd (i.p.v. zomertijd). De “zomertijd” wordt te veel geromantiseerd en geassocieerd met goed weer en een terrasje doen ’s avonds. Maar ook met een permanente zomertijd wordt het nog altijd winter en korten de dagen. In de winter is het altijd kouder, later licht en vroeger donker dan in de zomer, ongeacht de gekozen tijd.

Waar iedereen, ook de bouwbedrijven, het over eens zijn: België moet overleggen met de buurlanden om te komen tot één tijdzone. We mogen er niet aan denken dat we de klok moeten verzetten telkens we even de grens met Nederland of Frankrijk overwippen.

Ook interessant