Nieuwbouw

Bemalingen niet alleen zaak voor aannemer en bemalingsbedrijf

Bemalingen niet alleen zaak voor aannemer en bemalingsbedrijf
Voor het bouwen van woningen en appartementen en de aanleg van wegen en rioleringen is het vaak noodzakelijk dat grondwater tijdelijk wordt opgepompt. Hier op een meer duurzame manier mee omgaan, door minder water op te pompen en minder water te lozen in de riolering, is één van de uitdagingen waarvoor de bouwsector zich de voorbije jaren al inspande. Naar aanleiding van de verscherping van de milieuregels op het water op de bouwplaatsen die minister Demir wil doorvoeren, onderschrijft de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) de principes van de bemalingscascade (beperken, retourneren/infiltreren/hergebruiken, lozen op oppervlaktewater en dan pas lozen op riolering). Maar tegelijk wijst de VCB erop dat iedereen dan op dit vlak zijn verantwoordelijkheid moet nemen: ook de opdrachtgevers en de gemeentelijke overheden.

“De aannemers kunnen vooral een bijdrage leveren en de hoeveelheid opgepompt water beperken door maximaal in te zetten op automatische sturing, waarbij enkel water wordt opgepompt wanneer het grondwater te hoog staat en een risico vormt voor de bouwwerkzaamheden. Boorbedrijven geven aan dat hierdoor 10 à 25 % minder water opgepompt wordt, afhankelijk van de bouwplaats” zegt Marc Dillen, directeur-generaal van de VCB.

Maar als men verder wil gaan, zullen ook de andere actoren in het bouwproces moeten meewerken. De mogelijkheden voor het toepassen van retourneren, infiltreren en hergebruiken worden volgens de VCB best al vroeger in het bouwproces onderzocht. In de ontwerp- en studiefase van het bouwproject is meer ruimte om het potentieel van deze technieken in te schatten en de technische en economische randvoorwaarden te bepalen. Zo ontstaat ook een gelijk speelveld voor alle aannemers in de aanbestedingsfase.

Marc Dillen: “Wij roepen de opdrachtgevers dan ook op om van bij hun concept de nodige studies uit te voeren, zoveel mogelijk al zelf de omgevingsvergunning voor de bronbemaling aan te vragen en in overleg te treden met de lokale besturen om op voorhand al de mogelijkheden te onderzoeken om bronbemalingswater te lozen. De opdrachtgevers zijn vaak al langer bezig om een omgevingsvergunning voor hun bouwproject te krijgen. Maar zij houden er vaak geen rekening mee dat nadien nog heel wat onderzoek en voorbereiding nodig zal zijn alvorens de aannemer vervolgens een aparte omgevingsvergunning kan krijgen enkel en alleen voor de uitvoering van de bronbemaling en alvorens de werken dan van start kunnen gaan.

Bij de uitwerking van hun concept hebben opdrachtgevers meer tijd om tegelijk te onderzoeken op welke wijze de hoeveelheid water kan worden gereduceerd, welke mogelijkheden van nuttige toepassing op grotere schaal kunnen worden toegepast en hoe het lozen op rioleringen kan worden vermeden.

Wij roepen ook de gemeentebesturen op om in hun gemeenten, zeker wat de stedelijke kernen betreft, na te gaan hoe voor alle bouwwerken de juiste oplossingen kunnen worden uitgewerkt, zoals collectieve infiltratie-gebieden en mogelijke afspraken met potentiële afnemers van niet-verontreinigd bronbemalingswater, enz. Vooral op kleinere percelen in stedelijke omgevingen is plaatsgebrek een hindernis die retourneren of infiltreren niet mogelijk maakt.”

Over het ter beschikking stellen van bemalingswater wil de VCB nog meegeven dat er zeker voldoende aandacht moet besteed worden aan de kwaliteit van het water en de verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden voor de aannemer. Niemand wil legionella verspreiden tijdens warme zomermaanden. Niemand wil een hardnekkig geurprobleem creëren in woningen doordat toiletten gespoeld worden met bemalingswater waarmee de regenwaterput gevuld is en dat bepaalde bacteriën bevat.

Vanuit de praktijk stellen aannemers ook vast dat er, ondanks de aandacht in de media, maar weinig belangstelling is voor afname van het bemalingswater. Op een meer structurele wijze water ter beschikking stellen, zoals in het project in Leuven waar het water van de bouwplaats gebruikt wordt in de productieprocessen van Stella Artois, heeft een veel grotere impact. Ook hier kunnen lokale besturen bouwbedrijven ondersteunen om een afzetmarkt te zoeken zodat het opgepompte water nuttig en structureel kan worden aangewend.

“Om op een meer duurzame manier om te gaan met bemalingswater moeten alle actoren in een bouwtraject hun verantwoordelijkheid nemen, zowel opdrachtgevers, architecten, studiebureaus en aannemers als boorbedrijven, maar ook beleidsmakers, vergunningsverleners en handhavers hebben een belangrijke rol te spelen.”, besluit Marc Dillen van de VCB.

Ook interessant