Woningnood overdreven

Er heerst in Nederland ten onrechte het beeld dat er een grote woningnood heerst. Slechts een vijfde van de mensen die op een wachtlijst voor een huurwoning staat, heeft echt snel een huis nodig. De rest wil ooit wel verhuizen, maar zoekt niet accuut een woning. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en branche-organisatie Aedes, dat vandaag openbaar wordt.

De helft van de ingeschreven mensen meldt zich aan om over een paar jaar meer kans te maken op een woning. De onderzoekers: ,,Dit strategische gedrag heeft ertoe geleid dat enorme aantallen woningzoekenden staan ingeschreven en de wachttijden zijn opgelopen.’’

De wachtlijsten zijn een belangrijke graadmeter voor de woningnood in Nederland; ten onrechte vinden de corporaties. „Iedereen mag zoeken naar een huurwoning, maar het beeld dat alle wachtenden dringend een woning nodig hebben, klopt niet,’’ stelt Peter Boerenfijn van Aedes, de koepel van ruim vijfhonderd corporaties.

Het onderzoek betreft een steekproef in drie regio’s. Hoeveel mensen in Nederland staan ingeschreven als woningzoekend is onbekend. Alleen al in de regio Amsterdam noemen 370.000 mensen zich woningzoekende. Het onderzoek is voor de corporaties reden om kritisch te kijken naar de wijze waarop zij huurwoningen verdelen.

Vaak is degene die het langst staat ingeschreven het eerst aan de beurt, ook als ze niet echt een andere woning nodig hebben. Deze groep maakt het voor de ‘echte zoekers’ lastiger een woning te vinden. De corporaties stellen dat voor jongeren wel een tekort aan geschikte woningen is. Voor die groep moeten veel huizen worden gebouwd.