Architectuur

Unieke en opgetilde glazen woning in Groningen

In de stad Groningen wordt al enkele jaren gewerkt aan een bijzonder woonhuis, ontworpen door architect Eric de Leeuw in samenwerking met DAAD Architecten. DAAD en De Leeuw waren eerder onder meer betrokken bij gebouwen voor het Openbaar Ministerie in Assen, voor het waterleidingbedrijf in De Punt nabij natuurgebied de Drentse AA en voor de Vensterschool in een stadspark in Groningen. Al deze gebouwen kenmerken zich door de zeer zorgvuldig uitgewerkte concepten.

De eerder genoemde woning, een project dat ongeveer zes jaar geleden is gestart, bevindt zich op een kleine binnenstadkavel aan het Gedempte Zuiderdiep [zie foto boven]. In Groningen is het mogelijk om op diverse plaatsen in de historische kern tot vijf verdiepingen hoog te bouwen terwijl de gemiddelde hoogte nu drie etages is. Dit gebeurt ondermeer door het optoppen van bestaande panden. Voorbeelden hiervan zijn de veel gepubliceerde Lighthouses van DAAD maar ook Tony Fretton's huis voor de Blue Moon manifestatie. Het is mede mogelijk geworden omdat het stadsbestuur zich ten doel heeft gesteld om 10.000 [!] woningen binnen de bestaande voorraad te realiseren. Een fris geluid dat in het huidige, vooral conserverende klimaat in Nederland niet veel wordt gehoord.



De woning voor Hanna Versteeg en Wouter Hoogland meet globaal 6 x 12 meter en bestaat uit vijf verdiepingen [zie foto linksboven]. Een atelierachtige ruimte op straatniveau met daarin o.a. een paardenbox [zie foto rechtsonder]; de verdieping daarboven is open en wordt ingericht als tuin. De drie bovenste verdiepingen bevatten respectievelijk een eetkeuken, woonkamer, slaapverdieping met op het dak een terras. Het uitzicht is fenomenaal [zie foto rechtsboven]. Uit de paardenbox blijkt al dat er niet echt sprake is van een standaard woonprogramma net zoals de tijdelijke 'voordeur'; een groot motorgestuurd vloerluik.

Het gebouw is grotendeels opgebouwd uit glas en staal. De bovenste drie verdiepingen hebben binnen de enkel beglaasde gevel een 'spouw' van ongeveer een meter breed [zie foto linksonder]. Daarbinnen bevindt zich het 'kernhuis', gemaakt met gevels uit leemstuc, mdf-plaat en vouwschuifpuien. Het huis wordt zo duurzaam mogelijk gemaakt [houten balklagen, zonneboiler, opslag/gebruik van regen- en afvalwater voor de daktuin etcetera] zonder te vervallen in de 'geitenwollensokken'-vormgeving die daar vaak bij hoort. De ruimte rond het kernhuis maakt het mogelijk, afhankelijk van het seizoen, de leefruimte te vergroten.



Het huis kende een bijzonder realisatieproces, waarin haast geen enkele rol speelde. Nadat er op het globale ontwerp een bouwvergunning was verleend is de kolossale staalconstructie, die voornamelijk bestaat uit vier grote rechthoekige kolommen, opgericht. Vervolgens bouwen de opdrachtgevers - samen met een beeldend kunstenaar die tevens smid is - de woning af. Daarbij worden veel details op ware grootte uitgetest, teneinde die door de betrokkenen eerst te laten beoordelen alvorens het in werkelijkheid uit te voeren. Zo komen in de glasgevels allerlei typen te openen [en soms enorme] deuren en ramen voor die draaien of schuiven, naar achteren of naar opzij of in combinaties van beide. Voor de sluitingen worden dan grote bronzen vleugelmoeren gebruikt [zie foto linksonder].



Kortom, een bouwproces dat - van achter het bureau beschouwd - vrijwel ondenkbaar en op zijn minst zeer ongebruikelijk is. Het doet in meerdere opzichten denken aan de bijzondere samenwerking tussen de architecten Chareau en Bijvoet en de smid Dalbet bij ontwerp en bouw van het beroemde Maison de Verre in opdracht van de vrouwenarts d'Alsace in het Parijs van de jaren dertig in de vorige eeuw.

Tijdens de rondleiding bleek dat de opdrachtgevers de woning eind dit jaar willen betrekken. Ze wonen dan in een - zeker voor Nederlandse begrippen - absoluut uniek huis.