Architectuur

Reviewing Rotterdam

Het zal niemand ontgaan zijn: Rotterdam viert haar architectuur. En inderdaad, Rotterdam heeft op dit terrein wel iets te vieren: van de Van Nelle Fabriek tot de indrukwekkende skyline. De kritiek is echter ook niet van de lucht: is het Architectuurjaar niet slechts slimme marketing, een poging in de gunst van de toerist te komen?

Hoe goed zijn de recente projecten eigenlijk? Hoogbouw alleen maakt van Rotterdam nog geen (moderne)architectuurstad. En past de huidige neo-traditionele bouwhausse wel bij het karakter van Rotterdam Havenstad? Kortom, wat is eigenlijk de kwaliteit van de hedendaagse Rotterdamse architectuur? Tegen de achtergrond van deze vragen organiseerden AIR, Piet Vollaard en Paul Groenendijk donderdag 11 oktober een congres over de Rotterdamse architectuur onder de titel Reviewing Rotterdam. Drie ‘jonge’ architectuurcritici uit Duitsland, Spanje en Amerika (Angelika Schnell, Jaime Salazar en Michael Speaks) werden gevraagd een vijfentwintigtal voorbeeldige Rotterdamse gebouwen uit de afgelopen dertig jaar te beoordelen. Het project is een herhaling van het Keurmeesterproject uit 1977, toen waren het de nog jonge Francesco DalCo, Kenneth Frampton en Stanislaus von Moos, die de stad onder het vergrootglas legden.

Onder de vakkundige leiding van Tracy Metz en Bert van Meggelen presenteerden de drie critici op het congres hun essays, waarna telkens drie ‘betrokkenen’ (aannemers, projectontwikkelaars en medewerkers van de stedenbouwkundige dienst) reageerden. Er was lof: uit Rotterdam kwam – in het kielzog van Koolhaas’ aanwezigheid – de vernieuwing van de architectuur in de jaren ’90. Het vestigingsklimaat is gunstig voor jonge bureaus, de creatieve klasse is actief. Toch klonk er vooral kritiek. Michael Speaks schrijft in zijn bijdrage dat Rotterdam in haar wens de architectuur tot haar beeldmerk te maken de huidige bewoners uit het oog heeft verloren. Hij is dan ook onder de indruk van projecten die de nadruk leggen op de individuele inbreng van de betrokkenen, zoals de projecten van Dennis Kaspori en Jeanne van Heeswijk in Amsterdam en Rotterdam. Speaks kreeg bijval van Peter van der Gugten, directeur van ontwikkelaar Proper Stok – hij voorspelde een versplintering van de bouwmarkt. De grote projecten zouden tot het verleden behoren, kleine marktpartijen hebben volgens hem de toekomst. En daar past een veel meer door bewoners gestuurde benadering van de opgave prima bij.

Lees het complete artikel op archined