Duurzaam Bouwen

Pleidooi voor een aantrekkelijke woonstad

Steden zijn opnieuw aantrekkelijk. Zeker de centrumsteden zijn zichtbaar aan een revival bezig. Vlaanderen herontdekt en stimuleert de stedelijkheid. Overal roert het. Zo ook in Kortrijk. In de vernieuwde Concertstudio organiseert de stad Kortrijk op 1 december een seminarie rond passieve ontwikkelingen in een actieve stad. Het thema is niet toevallig gekozen. Immers, terwijl Kortrijk steeds aantrekkelijker wordt om er te vertoeven, hinkt de vraag (of is het het aanbod?) om er ook effectief te wonen nog wat achterop. Daarenboven wordt wonen nu net dé prioriteit bij uitstek voor Kortrijk dat jonge gezinnen wil aantrekken. Na de ingrijpende aanpak van de publieke ruimte, de profilering als stad van innovatie, creatie en design, wordt het hoog tijd om Kortrijk als aantrekkelijke woonstad hoog op de politieke agenda en in de etalage te plaatsen als speerpunt van de citymarketing.

Innovatie, creatie, design
Ook in Kortrijk zijn de stedelijke kwaliteiten fors aangezwengeld. De idee van een stad van creatie, innovatie en design raakt ingeburgerd bij de bevolking, de ondernemerswereld en in het onderwijs. De Interieurbiënnale vormde hiervoor - als de hoogmis voor interieurdesign - de basis. Met Design at Work, Designregio Kortrijk, de tentoonstelling Futurotextiel, de jaarlijkse Week van het Ontwerpen, met de creatieve ontwikkelingen aan de universiteit, met nieuwe studierichtingen aan de hogescholen en met Flanders In Shape wordt deze basis vergroot.
De vele cultuurinvesteringen (muziekclub de Kreun, concertstudio, Buda-eiland) zijn een volgehouden strategie van de baseline van de stad. Maar ook architectuur speelt een rol in de verandering van de stad.

Het publiek domein
Ook het publiek domein verandert ingrijpend. Meest opvallend allicht is de afwerking van enkele Leiebruggen en –kaaien waardoor de rivier weer de zichtbare, gezellige en natuurlijke ‘huisgenoot’ wordt van de stad. De verlaging van de kaaien aan de –te restaureren- Broeltorens, maken “het prentkaartje” van Kortrijk nog mooier. De niet zo verre toekomstplannen voor de bouw van de BibLLLiotheek van de toekomst, de grondige restyling van de stationsomgeving, de ideeën voor een hoogwaardig openbaar vervoer dat de nieuwe ontwikkelingspolen van de stad moet verbinden (AZ Groeninge, Xpo, bedrijvenpark Evolis, Hogescholen, station), de ontwikkelingen op Kortrijk Weide, laten alleen maar vermoeden dat de publieke ruimte zal blijven bewegen. Het stof zal het komende decennium niet te gauw gaan liggen. De stad is nooit af.

Privé-investeringen
Ondertussen hebben ook privé-investeerders de stad ontdekt. De opening in oktober 2009 van K in Kortrijk (Foruminvest) met 34.000m² nieuwe winkeloppervlakte in de historische binnenstad is een gedurfde maar bewuste keuze voor een commerciële ontwikkeling in volle binnenstad. Ook de nieuwe opportuniteiten aan de Leieboorden zijn ontwikkelaars niet ontgaan.

Volstaat dit alles om een woonstad te zijn?
Blijkbaar zijn een modern, toekomstgericht imago en een goedogend publiek domein op vandaag nog onvoldoende om de stad écht aantrekkelijk te maken voor meer toekomstige bewoners. Want daar gaat het om, een stad hoeft niet enkel mooi te zijn om naar te kijken, een centrumstad is niet enkel dienstverlenend voor een regio, liefst wordt er ook gewoond. Van bezoekers-gebruikers bewoners maken, potentiële stadsvluchters overtuigen bewoners te blijven en tevreden bewoners fier over hun stad laten zijn. Dat is de finaliteit van alle inspanningen en investeringen.

Kortrijk heeft de juiste schaal. Groot genoeg om een trendsettende rol te spelen, klein genoeg om het gezellig te kunnen houden. Kortrijk heeft al een veelheid van facetten als centrum-, winkel-, werk-, onderwijs- en zorgstad, als cultuur- en designstad, als Europese, ondernemende, Guldensporenstad. Misschien té veel deelaspecten of accenten, of maakt dit juist deel uit van het kleurrijk palet van de ‘woonstad’? Toch blijkt de markt nog te weinig wild van de stedelijke woonkwaliteiten van Kortrijk. De inhaalbeweging heeft nog geen effect gehad op de attractiviteit als woonstad. Wil de stad écht aantrekkelijk zijn om te wonen, dan moet daar, conditio sine qua non, minstens nog één ‘kleur’ aan toegevoegd worden, namelijk betaalbare en comfortabele en compacte huisvesting.

Het mag gezegd. Kortrijk schoot trager dan alle andere centrumsteden uit de startblokken. De demografische ommekeer is hier pas in 2006 ingezet. De aangroei van de bevolking blijft nog te schuchter. De denataliteit is nog niet gekeerd. De stad vergrijst verder. De West-Vlaamse braindrain is ook een Kortrijks probleem.

Hoe het tij keren?
Toch is Kortrijk aan een revival bezig. Dit moet aangegrepen worden om vanaf nu voluit op wonen te focussen. Het momentum is er. Stadslucht maakt vrij, stadsvlucht verstikt. Wij moeten kwalitatief én kwantitatief groeien. Alle huidige en toekomstige projecten hebben dit doel voor ogen. Of het nu gaat over het masterplan voor het stadsdeel Overleie, de bouwblokrenovatie in de Pluimstraat, de nieuwe collegetoren, de stadsverkaveling Boevekerke, de herbestemming van 3 ziekenhuissites, de realisaties van het Stadsontwikkelingbedrijf (SOK), het pandenfonds, of over privé-initiatieven zoals het woonproject op de oude Barco-site. Maar ook het sociaal verhuurkantoor De Poort en de (met 6 te veel) sociale huisvestingsmaatschappijen zijn partners in dit streven naar kwalitatieve en kwantitatieve groei.

Kortrijk 81302
Wij willen volk aantrekken, zeg maar. Maar dan liefst toch jonge mensen, de tweeverdieners. Maar welke centrumstad zou dit niet beogen?
Kortrijk mag met zijn stedelijk beleid lonken naar de ruime middenklasse. Zo’n gerichte aantrekkingspolitiek is op middellange termijn effectiever en sociaal renderender dan een puur sociaal impulsbeleid. Het betekent tegelijk een steviger financiële basis voor de stad, wat op zijn beurt weer nieuwe mogelijkheden creëert voor zijn bewoners. Een goede stad zorgt voor meer bewoners, die door hun deelname aan het stadsleven en hun fiscale inbreng meer maatschappelijke en financiële investeringen mogelijk maken die resulteren in een nog betere stad. Kortrijk wil dus groeien, van dik 74.000 naar 80.000, bij wijze van ambitieus doel. Om dit bevolkingsobjectief wat meer verbeeldingskracht te geven, voegen we het historisch symbool ‘1302’ toe aan het streefcijfer en gaan we voor ‘Kortrijk 81302’.

De kip of het ei? De marktvraag of het aanbod?
Maar hoe onze potentiële bewoners hiervan overtuigen? Hoe kunnen we de kwaliteiten van stedelijk wonen aan de man (het gezin) brengen? Hoe de woonvraag in Kortrijk stimuleren? Wat zijn de verwachtingspatronen van onze doelgroep? Wie zoekt wat, waar, wanneer voor welk budget? Welke vraag komt niet aan bod omdat de woningzoekende denkt dat het gezochte aanbod in de stad niet bestaat of omdat hij niet weet dat dit aanbod wél bestaat? Wil men niet allemaal een betaalbaar ‘huis met een tuin’? Naast een betaalbare aankoop/bouwprijs komt daar nu ook de vraag naar betaalbaar energieverbruik bij.
Kortrijk mag dan nog de centrumstad zijn, paradoxaal genoeg zal voor wonen in eerste instantie de concurrentie aangegaan worden met de buurgemeenten.

Indien we het nog niet halen aan de vraagzijde, waarom ondertussen niet de aanbodzijde uitbreiden en aantrekkelijk maken?

Dit leidt tot de introductie van het product ‘betaalbare, bescheiden of compacte woning’. Dit moet toelaten dat de stad opnieuw het initiatief neemt in de creatie van dàt aanbod dat de grote groep, die noch bediend wordt door de sociale huisvestingssector (wegens te veel inkomen), die noch bediend wordt door de traditionele promotoren (wegens te weinig inkomen) opnieuw een plaats in de stad kan veroveren.

Kunnen we als stad een rol spelen in het woonkeuzegedrag, in het bepalen van vraag en aanbod of is onze taak beperkt tot onze kerntaak van sturen, ingrijpen, regisseren in functie van de bewaking van de woonkwaliteit en de stimulering van de optimale woonomgeving? Als antwoord op de vraagzijde bieden we ‘de stad en het stadsleven’ in al zijn facetten. Aan de aanbodzijde zijn we bondgenoot van de investeerders op zoek naar het goede residentieel product.

Duurzaam bouwen en wonen
Het begrip duurzaam bouwen en wonen beleeft in onze streken weliswaar nog pioniersdagen, maar wekt met de dag meer interesse. Eén passiefwoning maakt evenwel nog de lente niet, al mag deze in Kortrijk dan nog gebouwd zijn door Al Gore ambassadeur Serge De Gheldere. Maar we zitten op een kantelpunt, een strategisch moment. De energiekost, niet het minst voor verwarming, treft iedereen steeds dieper in de portemonnee. Dit knelpunt kan nu net het kantelpunt zijn dat een verhoogde interesse voor duurzaamheid initieert. Een redelijk aanbod van betaalbare energiezuinige woningen kan de hefboom zijn om de interesse en vraag naar duurzaam bouwen en wonen in ruimere zin te stimuleren.

Kan dit leiden tot een effectieve ‘duurzame’ markt met voldoende vraag en aanbod? Is het, althans om de aanzet te geven, niet de nieuwbouw die hiervoor best geschikt is vermits energieverbruik van bij het concept kan gestuurd worden? Is het stedelijk weefsel met zijn dichte bebouwing en bewoning niet de locatie bij voorkeur? En moet er dan niet vooral gefocust worden op rijhuizen die in dit stedelijk weefsel optimaal kunnen ingepast worden? Is de tijd rijp om te verruimen van de pioniers naar de bevolking? Van ‘passiefhuis’ tot ‘passieve ontwikkeling’? Minstens tot energiezuinige verkaveling of bouwblok?
Het is in ieder geval hoopvol vast te stellen dat zoveel actoren uit de residentiële ontwikkelingswereld zich verzameld hebben op dit seminarie rond de vraag of ze op de trein van de passieve ontwikkeling moeten springen.

In Kortrijk liggen de kansen alvast voor het grijpen. Langwater, Peperstraat, Blekerij, Gasstraat (Overleie), de verkavelingen in Heule, de stadsverkaveling Boevekerke, de ziekenhuissites, de kanaalzone Kortrijk-Bossuit, Oliemolenstraat in Bissegem, de sociale huisvestingsprojecten, de Barco-site, de Vetex-site, de verkaveling Schaapsdreef, de oude politiekantoren, de Leieboorden, zijn zovele projecten die zich in dit denkkader moeten inschrijven.

Kortrijk heeft alleszins zijn ambitie klaar en duidelijk gesteld. Wij willen als woonstad kwalitatief bloeien en kwantitatief groeien. Ook in het woonaanbod willen we een stad van innovatie zijn. En wat de groei betreft is er geen keuze. Ofwel glijden we af naar 65.000 ofwel gaan we voor 81.302.

Wie in de stad komt wonen, huurt, koopt of bouwt een huis maar krijgt de stad als surplus, als bonus, als incentive.
De overtuiging is er. De ingrediënten zijn er. De mentale en fysieke ruimte is er.
De stad verandert ten goede, dag na dag.
Nu nog de promotie, net op tijd, PRO stad, PRO Kortrijk, PRO woonstad Kortrijk.

Wout Maddens
Schepen van Stedenbouw en Ruimtelijke ordening van de stad Kortrijk

Ook interessant