Overheid voert gerichte inspecties io op eigen werven

De overheid voert gerichte controles uit op bouwwerven. Via datasystemen kan de sociale inspectie bijvoorbeeld voorspellen welke bedrijven frauderen, zodat de bonafide aannemers minder vaak worden lastig gevallen. Sinds kort voert de overheid gerichte controles op haar eigen werven uit. Ook dat is een goede evolutie. Want de opdrachtgever of bouwheer is mee verantwoordelijk voor het naleven van de arbeids- en sociale wetten op de werven. De Confederatie Bouw steunt deze gerichte aanpak. Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw: “De deloyale concurrentie is zeer nefast voor de concurrentiepositie van onze bedrijven. Wij hebben dus samen met de overheid een gedeelde verantwoordelijkheid om hiertegen te vechten.”

De praktijk leert ons dat Belgische bouwbedrijven het steeds moeilijker krijgen om de concurrentie aan te gaan met buitenlandse bedrijven die zich op onze markt begeven. Tot voor kort hield de werkgelegenheid in de bouw nog redelijk goed stand, maar daar kwam recent verandering in: in anderhalf jaar gingen 5.200 jobs verloren in de bouw. Ook het aantal faillissementen in de bouw blijft angstwekkend hoog.

Onze markt wordt nog steeds overspoeld door aanbiedingen van buitenlandse bedrijven die aan dumpingprijzen werken. De bouwsector wil hiertegen vechten en werkt sinds vorig jaar actief mee aan de verschillende wetgevende initiatieven die de overheid nam. In de bouw geldt zo bijvoorbeeld sinds 1 september 2013 de hoofdelijke aansprakelijkheid voor lonen. Voortaan kan een aannemer aansprakelijk worden gesteld voor het loon van personeel dat door een onderaannemer niet correct wordt uitbetaald. Belangrijk punt: ook de opdrachtgever kan voortaan ter verantwoording worden geroepen.

Wat de Confederatie wel vraagt aan de overheid is om ook bij het toewijzen van aanbestedingen selectiever te zijn. Nu worden onze Belgische bedrijven al te vaak uit de markt geprijsd door bedrijven die hier tegen abnormale prijzen komen werken. Jammer genoeg is het prijselement vaak het doorslaggevende argument, ook voor een aanbestedende overheid. Wanneer men preventiever is bij de selectie, is remediërend optreden achteraf minder nodig.