Vastgoed

Oostduitse prefab-flats blijken duurzamer dan gedacht

Honderden zijn er in de jaren '70 aan de rand van Oost-Berlijn verrezen: eenvormige betonnen flatgebouwen die vanwege hun prefab-constructie bekend staan als Plattenbau. Onmiddellijk na de Duitse hereniging in 1990 werden zij onderwerp van discussie. De een vond het gedrochten die zo snel mogelijk moesten verdwijnen, de ander zag ze als monumenten van een bijzonder tijdperk die het waard waren te worden behouden.

Vijftien jaar later staan de meeste flats nog overeind en uiteindelijk zal naar verwachting niet meer dan een kwart tot een half van de twee miljoen Oost-Duitse prefab-woningen worden afgebroken. Intussen wordt er hard gewerkt om de rest op te knappen.

Voor de 75-jarige Günter Peters, die hoofdarchitect van Berlijn was in de tijd dat de flatgebouwen werden opgetrokken, betekent dat een overwinning. Er wordt vaak smalend over de flats gesproken, maar hij beschouwt ze als een wonder van techniek, hoewel hij wel wil toegeven dat een kleurtje het geheel een stuk aardiger maakt. De woningen worden geschilderd en groter gemaakt en kortgeleden is men begonnen de bovenste twintig van de vijftig verdiepingen van sommige flats af te halen om ze een menselijker maat te geven.

"Ik vind het echt mooi", zegt Peters, wijzend op een flatgebouw op de Allee der Kosmonauten, een doorgaande weg die zijn DDR-naam heeft behouden. Het blok, vroeger een groot vlak in bruingrijs granulaat dat enigszins denigrerend 'DDR-mozaïek' werd genoemd, is overgeschilderd in rood en blauw en overal steken balkonnetjes uit, als openstaande laatjes.

Plattenbauen maakten deel uit van het socialistische ideaal. Ze boden evenveel woonruimte - meestal 55 vierkante meter - aan iedereen, of men nu professor of loodgieter was. Als enorme lego-stenen konden ze gemakkelijk in elkaar worden gezet en uiteen worden genomen. In een van de ontwerpen werd een badkamer met alles erop en eraan - muren, toilet, badkuip, zelfs behang - met een kraan op zijn plaats getild, waar bouwvakkers de zaak alleen nog hoefden te bevestigen.

Voordat de Muur werd neergehaald golden de Plattenbauen voor de Oost-Duitsers als luxueus. De meeste mensen woonden in huizen die dateerden van rond de eeuwwisseling en vaak in de oorlog waren beschadigd en nooit gerepareerd. Meestal moest de badkamer met meerdere gezinnen worden gedeeld en de huizen werden verwarmd met kolenstook.

"Het was een sensatie in de DDR", zegt Regine Falkenberg, curator van een afdeling in het Geschiedkundig Museum die gewijd is aan het leven in de DDR. "Men wilde er graag wonen, want het waren hypermoderne flats met badkamers met toilet en centrale verwarming. Dat was comfort. Dat moet je niet vergeten."