Duurzaam Bouwen

Is de bijna-energieneutrale woning in 2021 nog betaalbaar?

Europa wil dat in 2021 alle nieuwe gebouwen 'bijna-energieneutraal' (BEN) zijn. De Vlaamse overheid overweegt op basis van een onderzoek om 'bijna-energieneutrale woningen' te definiëren als woningen met een E-peil van maximum E30, al is hierover nog niet definitief beslist. Het E-peil is een maat voor de energiezuinigheid van een gebouw, rekening houdend met tal van factoren zoals isolatie, oriëntatie, verwarming, ventilatie… Hoe lager dit getal, hoe energiezuiniger de woning. Nieuwe gebouwen vandaag mogen max. een E-peil-niveau van 70 halen. Vanaf 1 januari 2014 wordt dit E60 en zal iedere nieuwbouwwoning een minimale hoeveelheid hernieuwbare energie moeten opwekken, bijvoorbeeld op basis van een zonneboiler, een warmtepomp of fotovoltaïsche zonnepanelen. Tussen 2015 en 2021 zal de Vlaamse overheid nog verdere tussenstappen moeten vastleggen.

Bouwunie bekeek wat deze evolutie betekent (van hetgeen nu gangbaar is tot hetgeen in 2021 verplicht is) voor een doorsnee halfopen eengezinswoning zoals die vaak voorkomt in Vlaanderen. De initiële prijs van de woning in 2009, vier jaar geleden, (E100) bedroeg 200.000 euro (bouwkost excl. kosten en bouwgrond). Voor een E70 (peil dat een nieuwe woning anno 2013 moet halen) kwam daar 6.700 euro (+3%) bij. Deze E70-woning bouwen als een E30-woning zou, met de huidige kennis en technieken, een meerinvestering vragen van 35.000 euro of een stijging van de kostprijs met meer dan 17%. De meerinvesteringen omvatten o.a. een aanzienlijk dikkere en performantere isolatie (wat ook meerwerken veroorzaakt aan de dakconstructie en de funderingsaanzet), een verhoogde luchtdichtheid, de installatie van zonnewering om oververhitting tegen te gaan, een energie-efficiënter ventilatiesysteem, een energiezuinigere verwarming en PV-zonnepanelen.

Iedere woning is uiteraard uniek qua planindeling, gevelopbouw en oriëntatie, waardoor deze resultaten niet zonder meer kunnen worden overgenomen voor andere projecten. Ze geven echter wel een goede indicatie van de ingrepen die het E-peil van een woning gunstig kunnen beïnvloeden en welke inspanningen nodig zijn om een woning bijna-energieneutraal te maken. Duidelijk is overigens ook dat hoe lager het E-peil is, hoe moeilijker en dus hoe prijziger het wordt om het E-peil nog verder te verlagen. Dit doet, vooral bij kleine rijwoningen, de vraag rijzen of het sop de kool nog waard is en of de meerkosten nog opwegen tegen de baten.

Tips voor bouwers
  • Voor bouwers is het belangrijk dat ze van in het begin goed nadenken over het ontwerp dat ze wensen, en dat tot in de puntjes, nog voor de werken starten. Een kleine wijziging kan namelijk grote budgettaire gevolgen hebben en het flink moeilijker maken om een woning bijna-energieneutraal te maken. Bovendien is het enkel door een goed ontwerp vooraf (zonder wijzigingen achteraf) mogelijk om de werken tot in de puntjes voorbereid te kunnen starten, wat een must is voor een goed, energiezuinig resultaat.
  • Informeer je als bouwer goed over het wonen in een energiezuinige woning. Hoe werkt het ventilatiesysteem, en hoe onderhoud je het? Hoe vermijd je dat je woning te warm wordt in de zomer? En waarin verschilt een doorgedreven energiezuinige woning van een klassieke woning van pakweg 10 jaar geleden? Ga hiervoor te rade bij je architect en de diverse vakmensen die betrokken zijn bij jouw bouwproject.

Bedenkingen en suggesties voor beleidsmakers
  • Is dit nog betaalbaar? Wil de overheid dat er effectief energie bespaard wordt, dan moet ze rekening houden met het investeringsbudget van de bouwheer. Een te hoge bouwkost jaagt kandidaat-bouwers namelijk naar bestaande, energieverslindende woningen, wat het energiebesparingspotentieel sterk beperkt. Bouwunie vraagt daarom om bij beleidskeuzes ook steeds de initiële investeringskost in rekening te brengen, ongeacht de terugverdientijd. Daarnaast vraagt Bouwunie om het spreiden van investeringen mogelijk te maken, zodat bouwers de meerkost iets gemakkelijker kunnen dragen. Dat kan bijvoorbeeld door toe te laten dat het verplichte minimum aandeel aan hernieuwbare energie pas binnen de 6 jaar na ingebruikname moet voorzien worden, in plaats van binnen de huidige 6 maand.
  • Is het sop de kool nog waard?
    Nu is energiezuiniger bouwen nog winstgevend: je verdient de meerkosten relatief snel terug. Op een bepaald moment kunnen de nodige meerinvesteringen echter niet meer opwegen tegen de mogelijke energie- en milieuwinsten. Vooral bij kleine rijwoningen en appartementen is dit een reëel gevaar. Vooral voor deze woningen is het nodig dat de overheid bekijkt of het sop de kool nog waard is. Daar staat tegenover dat er nog heel wat energieverslindende bestaande woningen zijn. Door afbraak en (betaalbare) heropbouw te stimuleren, kan het beleid meerdere vliegen in één klap slaan: drastische energiebesparing, stadsvernieuwing, comfortabeler en gezonder wonen, nieuwe woonvormen die beter inspelen op maatschappelijke behoeften, ...
  • Van 2006 tot nu veranderde er onder impuls van de energieprestatieregelgeving al heel wat in de manier waarop we bouwen. De eerstvolgende stappen gaan echter nog een flink stuk verder. Pas daarom de eisen van de regelgeving niet sneller aan dan om de 2 jaar. Zo kunnen de gebruikte methodes en technieken geleidelijk aan mee-evolueren, wat de betaalbaarheid ten goede komt. Dit geeft bovendien bouwprofessionals én hun personeel de tijd om de nodige kennis en ervaring op te doen. Voorzie daarom de eerstvolgende verstrenging pas in 2016, aangezien er in 2014 al een eerste verstrenging is.

Deze zaken moet de Vlaamse overheid toch goed in het achterhoofd houden bij het uitstippelen van haar beleid. Het bouwen van nieuwe woningen - wat overigens noodzakelijk is, gezien de demografische evoluties en de noodzaak aan modernisering (niet alleen op energetisch maar ook op comfortvlak) van het woningenpark - moet haalbaar en betaalbaar blijven!
Bouwunie vraagt daarom realistische doelstellingen en blijft graag in overleg met de overheid zoeken naar haalbare en betaalbare oplossingen.

Ook interessant