Hypotheekaftrek voor Nederland en Wilders niet meer houdbaar?

Hoewel de heer Geert Wilders volhoudt dat de besprekingen betreffende de hypotheekrenteaftrek pas in februari van start gaan, omdat eerst dan de cijfers bekend zijn, is hij toch voorzichtiger in zijn uitspraken dan een half jaar geleden.
In een interview op RTLZ gaf de heer Ronald Gerritse, als voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten, te kennen dat het kabinet werk moet maken van een geleidelijke afschaffing van de hypotheekrenteaftrek.

De gevoeligheid van dit onderwerp hoeft geen betoog, niet alleen omdat hiermee een Nederlands taboe mee zou worden doorbroken maar ook vanwege de onrust die hierdoor kan ontstaan.
Deze onrust zou niet alleen de toch al zo kwetsbare huizenmarkt raken met alle gevolgen van indirecte werkgelegenheid maar doorkruist ook de lange termijnplanning van gezinnen die hun financiële toekomst op deze “vaste waarde” van de overheid hebben gebaseerd. Tevens kan het een signaal geven van schenden van afspraken met betrekking tot beloften die de regering ten opzichte van de burger heeft gedaan.

Voorstanders van de afschaffing van de aftrek zoals de heer Gerritse maar ook de president van De Nederlandsche Bank (DNB) de heer Klaas Knot wijzen dan weer op het grote risico van de hoge staatsschuld
De Nederlandse staatsschuld bedraagt 66,0 procent van het BNP volgens IMF of € 22.000,- per hoofd van de bevolking. Daarnaast baart de hoge private schuld (70% van het BNP), welke mede is veroorzaakt door de aantrekkelijkheid van de hypotheekaftrek, ernstige zorgen.

Een overweging kan zijn om de afvlakking van de hypotheek aftrek te compenseren met een gedeeltelijke aftrek voor aflossing van de hypotheekschuld om op die wijze voor zowel huisbezitter als Staat het mes aan twee kanten te laten snijden.