Huurverhoging voor scheefwoners; veel bijval, weinig effect

De malaise op de Nederlandse woningmarkt is een veelbesproken onderwerp tijdens de aanloop naar de verkiezingen. Dat er iets moet gebeuren, wordt voor steeds meer Nederlanders duidelijk. De hypotheekrenteaftrek is allang geen heilig huisje meer, maar een groot deel van de kiezers (58%) vindt dat de huurmarkt ook zeker moet worden aangepast. Vooral de maatregel tegen scheefwoners krijgt redelijk wat bijval maar zet weinig zoden aan de dijk, zo blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy onder ruim 800 consumenten.

Integrale aanpak woningmarkt ook een must volgens de kiezer
Dat er iets moet gebeuren op de woningmarkt is de kiezer nu wel duidelijk. Een aanpassing op de hypotheekrenteaftrek is voor een meerderheid van de kiezers (ook de woningbezitters) onontkoombaar, maar tegelijkertijd vindt een ruime meerderheid ook dat de huurmarkt moet worden aangepakt (58%). Logischerwijs zijn vooral woningbezitters deze mening toebedeeld (69%), maar onder huurders is er eveneens een grotere groep vóór een integrale aanpak (44%) dan tegen (17%).

Huurverhoging voor scheefwoners; veel bijval, maar weinig effect
Binnen dit onderzoek zijn enkele standpunten die verschillende partijen in hun partijprogramma’s hebben opgenomen voorgelegd. Het wordt duidelijk dat een grote groep (63%) tegen een huurverhoging is voor huishoudens met een inkomen lager dan € 43.000, maar dat een huurverhoging voor scheefwoners (inkomen hoger dan € 43.000) wel zo snel mogelijk moet worden ingevoerd (53%). Uiteraard zijn vooral huurders tegen een huurverhoging (82%), maar ook onder woningbezitters is de groep die tegen een huurverhoging is groter (49%) dan de groep die er voor is (22%). Over de andere maatregelen zijn de meningen verdeeld en is er nauwelijks verschil tussen huurders en woningbezitters.

Hoewel een grote groep zich kan vinden in de maatregel tegen scheefwonen, blijkt het effect dat deze maatregel zal sorteren niet erg groot is. Een te grote groep scheefhuurders (61%) geeft aan in de huidige woning te zullen blijven. Slechts 9% geeft aan dan op zoek te zullen gaan naar een woning die beter aansluit op de woonwensen en een even grote groep geeft aan op zoek te zullen gaan naar een goedkoper alternatief. Ook het afschaffen van de huurtoeslag en het verhogen van de huren naar marktconform niveau brengt de huurders niet in beweging. De grootste groep blijft zitten waar die zit en een te beperkte groep wordt gestimuleerd om de volgende stap in de wooncarrière te maken. Dit wijst erop dat in deze onzekere tijden het verwezenlijken van woonwensen van ondergeschikt belang is. Het in beweging krijgen van scheefhuurders is daarmee een grote uitdaging.

De huurverhoging voor scheefhuurders heeft zeker voordelen. De corporaties worden door deze maatregel gecompenseerd voor bijvoorbeeld extra heffingen die ze naar alle waarschijnlijkheid krijgen opgelegd en krijgen wellicht extra financiële ruimte om in de leefbaarheid van wijken te blijven investeren, maar dé oplossing voor doorstroming op de huurmarkt is het vooralsnog niet.