Gemeenten moeten snijden in de grondprijzen. Dat is de enige oplossing voor het weer op orde krijgen van de huizenmarkt. Het probleem is immers dat gemeenten de grondprijzen jarenlang op een hoog niveau hebben weten te houden door te profiteren van de krappe markt. Nu de markt op slot zit, kunnen de gemeenten deze hoge prijzen eigenlijk niet meer hanteren.
De gemeenten willen echter de grondprijzen niet verlagen omdat dan de grondexploitatie en de gemeentebegroting niet meer rond komen. De extra inkomsten die de gemeenten genereerden met de hoge grondprijzen werden gebruikt voor bijvoorbeeld de bouw van een zwembad, bibliotheek of projecten voor `duurzame` bouw. Als de grondprijzen verlaagd worden, zijn de opbrengsten lager en moet het geld voor dergelijke projecten uit andere potjes gehaald worden met alle gevolgen van dien.
De gemeenten wachten daarom nog liever even af en komen met andere maatregelen zoals de stimuleringsregeling van 395 miljoen euro die het ministerie van Volkshuisvesting hanteert om de nieuwbouw weer op gang te helpen. De beste oplossing blijft echter toch snijden in de grondprijs, zodat de koper niet benadeeld wordt.
Gebaseerd op: Elsevier
Meer over Vastgoed
Bevriezing huur remt bouwplannen en verduurzaming
25 april 2025Boekentip: Slim investeren in vastgoed voor elk budget
18 april 2025Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Elke werkdag het laatste nieuws in uw mailbox!
Aanmelden!Alleen de nieuwsbrief, geen spam