Nieuwbouw

EIB: bodem bouwsector lijkt bereikt

Het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid verwacht voor 2011 weer groei van de woningbouwproductie. De nieuwbouw van woningen kan met 5% groeien en de groei van herstel en verbouw blijft hier maar weinig bij achter. Het herstel op de renovatiemarkt wordt daarbij ondersteund door de verlaging van de btw die het kabinet heeft doorgevoerd. In aantallen kan het aantal opleveringen ook weer toenemen: van 56.000 nieuwe woningen vorig jaar naar 64.000 in 2011.

Bij de utiliteitsbouw is het beeld ongunstiger dan bij de woningbouw. In 2011 daalt de productie naar verwachting nog eens met 2,5%, nadat de productie al met bijna een kwart is gedaald tijdens de crisisjaren. In de utiliteitsbouw is het vooral de kantorensector waar de problemen groot zijn en de komende jaren de groei blijven drukken. We zullen eerst een periode van herstructurering en sloop tegemoet gaan alvorens de markt weer meer in evenwicht komt.

De vooruitzichten voor de korte termijn stemmen tot enig optimisme. Na twee jaar van malaise, lijkt de bodem namelijk eindelijk bereikt voor de Nederlandse bouw. Waaruit kunnen we afleiden dat de bodem is bereikt? Ten eerste is de seizoensgecorrigeerde productie van de totale bouwnijverheid in het derde kwartaal van 2010 gestabiliseerd. Dat is voor het eerst na zes kwartalen van krimp.

Naast overheidsbeleid dat groeiherstel in de weg zit, kan de overheid ook beleid voeren dat de groeidynamiek van de Nederlands bouw versterkt. Zonder uitputtend te zijn, kunnen enkele kansen worden genoemd die geen beslag op publieke middelen leggen.

De eerste kans ligt bij de hypotheekmarkt. De renteopslagen zijn hier ongebruikelijk hoog en de condities voor de omvang van de hypotheekverstrekking zijn onnodig restrictief. Het heeft er alle schijn van dat de paniek rond de kredietcrisis het inhoudelijk zicht op verschillende type risico’s heeft vertroebeld. De risico’s op de Nederlandse hypotheekmarkt zijn bijzonder klein. Zelfs tijdens de grote recessie van 2009 beliep het aantal gedwongen verkopen niet meer dan

2250 woningen, op een totaal aantal woninghypotheken van enkele miljoenen.

De tweede kans ligt bij de organisatie van de herstructurering van de kantorenvoorraad. Nieuw aantrekkelijk marktaanbod mogelijk blijven maken, coördineren en faciliteren van de herstructurering op goede locaties en sloop afdwingen bij de uitzichtloze leegstand.

Tenslotte liggen kansen bij een rationelere benadering van ruimtelijke ordening en regelgeving. De stapeling van eisen, wensen en procedures heeft een situatie doen ontstaan, waarbij de kosten in veel gevallen niet meer in een gezonde relatie staan tot de maatschappelijke voordelen die ermee worden bereikt. Nu de financiële nood aan de man komt, is er meer kans dat hier nu meters kunnen worden gemaakt.

Kortom, een overheid die de dynamiek van de Nederlandse bouwsector wil versterken heeft mogelijkheden genoeg en de maatregelen hoeven bovendien geen wissel te trekken op de overheidsbudgetten.