Duurzaam Bouwen

Duurzaam wonen: waarop moet je letten als je gaat huren of kopen?

Na lang zoeken heb je eindelijk je droomwoning gevonden. Het hele plaatje lijkt te kloppen. De prijs past perfect binnen je budget, de locatie is ideaal en ook de bouwstijl is helemaal (of mits wat renovatiewerken) wat je in gedachten had. Maar laat het huis dat je op het oog hebt je wel toe om duurzaam te wonen? Een goeie vraag die meestal pas opduikt in de laatste fase van de aankoopprocedure, maar die je toch zeker moet beantwoorden vóór je een bod doet of het huurcontract ondertekent.

1. Alles begint bij het EPC

Iedereen die een woning wil verkopen of verhuren, moet een geldig energieprestatiecertificaat (EPC) kunnen voorleggen. Sinds enkele jaren moeten advertenties naast de EPC-score (omschreven in kWh/m²) het volledige EPC-nummer vermelden, tenzij het adres van de woning uitdrukkelijk beschreven staat. Hoe lager de EPC-score, hoe duurzamer de woning qua energieverbruik.

Niet zeker of de woning die je wil kopen of huren een goede EPC-score heeft? Let op de groen-geel-rode kleurenbalk op het EPC. Woningen in de groene zone hebben een EPC die lager is dan 200 kWh/m². Uitstekend, dus. Weet dat als je duurzaam wil wonen in een woning die in de oranje of rode zone scoort, je sowieso zult moeten renoveren en/of investeren in groene energie.

Wist je dat …

… de EPC-score en het e-peil niet hetzelfde zijn? Ze duiden allebei aan hoe energiezuinig een gebouw is, maar je kunt ze moeilijk met elkaar vergelijken. Het e-peil geeft namelijk geen concreet verbruik per m² weer. Het is een dimensieloos getal dat alleen wordt gebruikt om de energiezuinigheid (Hoeveel energie wekt het gebouw zelf op? Hoeveel fossiele brandstoffen worden aangewend? Hoeveel warmteverlies treedt er op? …) van nieuwbouwwoningen weer te geven. Tegen 2021 mag het e-peil van nieuwbouwwoningen niet hoger zijn dan E30.

2. Duurzaam wonen is compact wonen

Dat een kleinere woonruimte veel minder energie verbruikt dan een grote, hoeven we je vast niet uit te leggen. Maar wat als je helemaal verliefd bent op een woning of appartement net omdát je er een zee van ruimte in hebt? Als je bestaande ruimtes liever niet opdeelt in kleinere compartimenten, kun je nog altijd een verschil maken door een slimme indeling. Groepeer kamers die je vaak zult verwarmen, zoals bijvoorbeeld de woonkamer en de keuken, zo veel mogelijk bij elkaar.

3. Hoe is het met de isolatie gesteld?

Wist je dat woningen gebouwd voor 1980 nagenoeg nooit voldoende geïsoleerd zijn om er vandaag nog duurzaam in te kunnen wonen? Grondig isoleren is een must om buitensporige warmteverliezen tegen te gaan. Dakisolatie levert je de grootste energiebesparing op, maar uiteraard blijven ook de voordelen van degelijke muurisolatie op de lange termijn niet uit. Als de spouwmuren nog niet (goed) geïsoleerd zijn, is dat alvast een kans die voor het grijpen ligt. Behoort spouwmuurisolatie voor jou niet tot de mogelijkheden? Dan is esoleren (isoleren langs de buitengevel) een optie. Esoleren is duurder dan isoleren, maar zeker niet minder efficiënt.

4. Is er dubbele beglazing aanwezig?

Isolatie en beglazing gaan hand in hand. Enkel glas is allang niet meer van deze tijd – vanaf 2020 is dubbele beglazing voor elke woning in Vlaanderen verplicht – en het ziet ernaar uit dat ook dubbel glas stilaan op zijn retour is. Hoogrendementsbeglazing isoleert namelijk vier tot vijf keer beter! Een groot verschil dat zich meteen laat voelen op je energiefactuur.

5. Hoe rendabel is de verwarming?

Als je een woning wil kopen of huren waar je zomaar even een warmtepomp bijkrijgt, kun je dit stukje gerust overslaan. Is dat niet het geval, dan hoop je maar beter op een aardgasaansluiting of een gastank of stookolietank met energielabel B of (nog beter) A. Kom je in je nieuwe woonst nog een oude cv-ketel tegen? Snel vervangen door een condensatieketel komt je portemonnee zeker ten goede, maar spaar gerust nog even door als de ketel nog naar behoren werkt. Een condensatieketel is alleen verplicht bij nieuwbouw of wanneer de cv-ketel echt aan vervanging toe is.

6. Overweeg een regenwaterput

Een regenwaterput of infiltratiesysteem is alleen verplicht voor nieuwbouwwoningen en uitgebreide renovatieprojecten, maar waarom zou jij er sowieso geen voordeel mee doen? Regenwater is niet geschikt om te drinken, maar je kunt er wel gerust je planten mee bewateren, je toilet doorspoelen en er zelfs (mits een goed filtersysteem) de was mee doen. Zo bespaar je al snel de helft op je waterfactuur!

Wanneer is een regenwaterput verplicht bij renovatie?

Hoe uitgebreid moet je renoveren vooraleer een regenwaterput een verplichting wordt? Goeie vraag! Als je een gebouw renoveert met een horizontale dakoppervlakte van meer dan 75 m² of als je de dakoppervlakte uitbreidt met meer dan 50 m², kun je niet om een regenwaterput heen. Controleer in dat geval zeker of je in aanmerking komt voor een subsidie.

7. Is een groendak mogelijk?

Wie het echt groen wil aanpakken, overweegt vroeg of laat sowieso een groendak. Leuk om te zien én om te hebben. Zo’n dak doet namelijk niet alleen dienst als ecologische geluidsisolatie en thermische isolatie, maar zuivert ook de lucht. Spijtig genoeg zijn niet alle daken geschikt om een groendak te worden. Deze basisvoorwaarden mag je beslist niet negeren:

  • Het dak mag absolúút niet lekken. Speel op zeker en investeer in een tweede waterdicht membraan of daktextiel.
  • Het dak moet voldoende draagkracht hebben. Neem een professional onder de arm om de maximale draagkracht van je dak te laten berekenen.

Mooi meegenomen: als je verplicht bent om een regenwaterput te installeren, valt die verplichting weg als je een groendak aanlegt!

Ook interessant