Duurzaam Bouwen

Co-siting komt lastig op gang vanwege concurrentiegevoeligheden

Co-siting, ofwel het bij elkaar plaatsen van bedrijven zodat ze elkaars reststromen kunnen gebruiken, komt lastig op gang vanwege concurrentiegevoeligheden. Het kan zowel energie- als stofstromen betreffen. De TU Delft heeft in opdracht van de havenondernemingsvereniging Deltalinqs en het Rotterdam Climate Initiative onderzoek verricht naar co-siting in het Rotterdamse havengebied.

De conclusie is dat de mogelijkheden voor co-siting minimaal zijn. Bovendien bleken van de aanvankelijk 12 belangstellende bedrijven er slechts vier bereid om mee te werken aan het onderzoek. Onderzoeker Igor Nikolic verklaart dat bedrijven beducht zijn voor concurrentie en niet zomaar hun bedrijfsgegevens openbaren. Co-siting vergt juist vergaande afhankelijkheidsrelaties.

Volgens Nikolic zijn er vier strategieën voor het vormen van bedrijvenclusters. De strategie campinghouder houdt in dat de eerste ondernemingen die zich aanmelden, een ruimte krijgen toebedeeld. De kiemstrategie houdt in dat een groot bedrijf fungeert als trekker om kleintjes te enthousiasmeren. Clusterfocus houdt in dat er een harde kern komt die het karakter van het terrein bepaalt. Utilies on tap behelst de aanleg van een bepaalde infrastructuur waar nieuwe bedrijven aan mee moeten doen. Een duurzame haveneconomie vereist meer sturing.

Gebaseerd op: EnergieGids.nl