Vastgoed

Brussels Gewest beschermt de ING-hoofdzetel

Brussels Gewest beschermt de ING-hoofdzetel
Op initiatief van staatssecretaris bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed Pascal Smet besliste de Brusselse regering vandaag om de ING-hoofdzetel in de Marnixlaan op de bewaarlijst van het Brussels erfgoed te plaatsen. Gordon Bunschaft ontwierp het gebouw in in de jaren ’50. Het deed eerst dienst als hoofdzetel van de BBL en werd later overgenomen door ING.

Het buitengewone gebouw in de Marnixlaan is één van de enige werken van Gordon Bunschaft in Europa.

“Na de Royale Belge en het CBR gebouw beschermen we met het prachtige ING gebouw opnieuw een emblematisch modern gebouw. Het werd ontworpen door de prestigieuze architect Gordon Bunschaft. Het een mooi voorbeeld van de internationale stijl, door de zuiverheid van de lijnen, de schoonheid van de gladde materialen en de gestroomlijnde ruimtes. Maar de ontwerper vond ook inspiratie in de klassieke architectuur. Door dit emblematische gebouw op onze bewaarlijst te zetten beschermen we het, maar zetten we ook de deur open voor de voorziene renovatie van het gebouw. Tijdens dit proces zullen we trouwens ook de oefening maken voor de omliggende publieke ruimte, in overleg met de gemeentes. We gaan de plaats van de auto hier drastisch terugdringen en de ruimte er teruggeven aan de mensen, zegt Pascal Smet.


“De officiële bescherming als monument van Marnix toont nogmaals aan dat de medewerkers van onze bank in een uitzonderlijk gebouw werken. Wij zullen beginnen met een grondige renovatie van dit gebouw die de hoogste ambities op milieuvlak zal hebben. We komen daarbij tegemoet aan de nieuwe behoeften van onze medewerkers voor een betere balans tussen samenwerken op kantoor en individueel thuiswerken. Daarnaast blijft de bijzondere kunstcollectie van de bank toegankelijk voor het publiek. Deze renovatie moet het iconische karakter van het gebouw behouden en het tegelijk toekomstgericht maken”, zegt Peter Adams, CEO ING België.


Brussels Gewest beschermt de ING-hoofdzetel
Met de renovatie van Marnix wordt gestreefd naar een BREEAM Outstanding-certificering, een van de hoogste duurzaamheidscertificaten voor gebouwen, en naar een Well Platinum-certificering op het gebied van welzijn op het werk.

Gezien de huidige sanitaire situatie is een persbezoek aan het gebouw momenteel niet mogelijk. Zodra de situatie het toelaat zal een geleid bezoek aan het gebouw georganiseerd worden.

Geschiedenis

De site is die van het voormalige herenhuis van de familie Lambert (1885), op de hoek van de Marnixlaan en de Kunstlaan (voormalig neoklassiek herenhuis van de Markies d'Ennetières, 1885). Na de brand in het herenhuis in 1956 en naarmate de bankactiviteiten zich verder ontwikkelden, beslist Léon Lambert, dan nog maar 25 jaar oud en bijgestaan door zijn moeder, om de aangrenzende percelen te kopen om op deze locatie een nieuwe bankzetel te bouwen.

Het perceel van het project wordt afgebakend door de Troonstraat, de Esplanadestraat en de Egmontstraat, op de binnenring.

Léon Lambert neemt contact op met het bureau Skidmore Owings & Merrill (SOM) en zijn architect Gordon Bunshaft om het project te ontwikkelen. Bunshaft streeft naar een samenhang met de klassieke architectuur van de directe omgeving en wil daarbij rekening houden met de architecturale geschiedenis van de Europese stad, die hij op een persoonlijke manier wil interpreteren. Hij geeft van bij het begin aan dat hij wil experimenteren met de verschillende mogelijkheden die door de combinatie van geprefabriceerde betonelementen tot stand worden gebracht.

Hij creëert een zowel eenvoudige als innoverende monumentale gevel die is opgebouwd uit twee boven elkaar liggende delen: een glazen gevel (gordijngevel) waarop een tweede gevel aansluit die bestaat uit kruisen in beton en kwarts die met elkaar worden verbonden door middel van kogelgewrichten in roestvrij staal. Elk kruis is 3,15 m hoog en 1,40 m breed. De nadruk wordt op de horizontale lijnen gelegd. De in spanbeton gegoten kruisen zijn gemaakt door een Hollandse firma (Shock Beton in Rotterdam). De kruisen worden verfraaid door de projectie op hun oppervlak van stukjes kwarts, een zeer harde steen die door achtereenvolgens te polijsten glinsteringen vertoont, waardoor het gepolijste beton een geanimeerde textuur krijgt die aansluit bij marmer. De kogelgewrichten die de kruisen met elkaar verbinden zijn gemaakt van staal, zijn bedekt met een nikkel-chroom roestvrijstalen kap en zijn gepolijst voor een glanzend spiegeleffect. Deze kogelgewrichten, die zorgen voor een visuele breuk tussen twee kruisen, bevinden zich halverwege elke verdieping. Ze zijn terug te vinden op de omhulde pijlers die de binnenruimte kracht bijzetten en dienen als scharnierpunt tussen de pijler en de omgekeerde piramidale kroon in gepolijst roestvrij staal.

De gordijngevel bestaat uit gietijzeren kozijnen die op 1 m afstand van de geassembleerde kruisen zijn geplaatst, waardoor er een galerij ontstaat om de ramen te kunnen wassen. Een ander voordeel van de betonnen kruisconstructie is dat het gebouw wordt beschermd tegen zonnestraling. Deze dubbelwandige optie werd al in 1958 door Bunshaft bedacht voor de Rare Book Library van de Yale University (New Haven, 1960-1963), waar een gordijngevel wordt verdubbeld met een omhulsel van dunne platen in Vermontmarmer om het directe licht te filteren en zo de boeken te beschermen.

Begin jaren 1970 neemt baron Lambert opnieuw contact op met SOM met het oog op de uitbreiding van het gebouw aan de achterzijde. Gordon Bunshaft werkt twee varianten uit: de eerste in O-vorm (een nieuw volume met binnenpatio) en de tweede in H-vorm. Uiteindelijk wordt gekozen voor een asymmetrische H-vorm vanwege de smalle zijstraten en omdat deze vorm het mogelijk maakt om een esplanade, met een vierkant grondplan en gesloten langs drie zijden, tussen de twee vleugels te creëren, die toegankelijk is met de auto via een cirkelvormige rotonde waarvan het midden met bomen is beplant. Het idee om, voor de uitbreiding, een exacte kopie van het oorspronkelijke gebouw te maken wordt perfect uitgevoerd door de firma SOM, die de uitbreiding ziet als de voltooiing van het werk waarmee Gordon Bunshaft in het begin van de 1960 was begonnen. De uitdaging wordt met succes volbracht omdat het verschil tussen de twee gebouwen van buitenaf niet te onderscheiden is.

Brussels Gewest beschermt de ING-hoofdzetel

Wat wordt er beschermd?

De gevels en daken van Marnixvleugels I, II en III, en ook:

  • voor Marnixvleugel I (1962) : de oorspronkelijke materiële elementen of de elementen die teruggaan tot het ontwerp en de verwezenlijking van de voormalige hoofdzetel van de Bank Lambert – met inbegrip van de oorspronkelijke decor- en meubelelementen die er integrerend deel van uitmaken –,

  • voor Marnixvleugels II en II (1992) : de binnenstructuur, namelijk alle elementen die deel uitmaken van het plan van het gebouw of die dat plan samenstellen, zoals de muren, vloeren en trappen (maar dus niet de bekleding van deze elementen, de lichte scheidingswanden en de technische installaties),

  • de omgeving van Marnixvleugels I, II en III, namelijk: de omliggende circulatieruimtes, met inbegrip van de esplanade die volledig langs Marnixvleugel I loopt en de binnenkoeren die haar van Marnixvleugels II en III scheiden


Brussels Gewest beschermt de ING-hoofdzetel

Ook interessant