Nieuwbouw

Bouwunie Limburg zet schouders onder project werkplekleren

De vraag naar beter opgeleide arbeidskrachten neem toe. De evolutie naar een groene economie stimuleert deze vraag nog. De bouwsector speelt in deze evolutie een belangrijke rol. Vele bedrijven bereiden zich hier op voor (nieuwe technieken, materialen, enz). Vandaar het belang van kwalitatieve, op de toekomst voorbereidende bouwopleidingen die de jongeren een goede basiskennis en de nodige praktijkervaring bijbrengen. “De kwaliteit en het succes van het bouwonderwijs zijn dus erg belangrijk voor de sector”, aldus Davy Maesen, directeur Bouwunie Limburg.

Verdere promotie van het TSO/BSO en specifiek de bouwopleidingen
De bouwbedrijven stellen al te vaak vast dat de kwaliteit (lees: vlotte inschakelbaarheid) van de afgestudeerden ondermaats is. Het TSO/BSO - en meer specifiek de verschillende bouwopleidingen – moeten hun negatief imago kwijtraken.

Leon Peters, voorzitter van BOUWUNIE Limburg: “Beroepsrichtingen worden nu te weinig gepromoot als waardevol en noodzakelijk. Veel ouders zijn de mening toegedaan dat BSO en TSO niet prestigieus genoeg zijn. Nochtans vinden schoolverlaters uit bouwopleidingen vlot een job en verdient een bouwvakarbeider goed zijn boterham.”

Wat zeker belangrijk is om de aansluiting op de arbeidsmarkt te verzekeren, is de stageverplichting. Al tijdens de opleiding moet er voldoende aandacht gaan naar typische sectorelementen. Een stage of de moderne versie van werkplekleren biedt hier mogelijkheden.



“Via werkplekleren krijgen leerlingen een zeer praktijkgerichte opleiding waarbij ze kunnen proeven van de reële werkomstandigheden in een bedrijf. Werken is immers niet alleen een kwestie van de juiste technische vaardigheden, maar ook van stiptheid, stressbestendigheid en de juiste werkattitude. Naast een unieke ervaring voor de school heeft het werkplekleren ook voordelen voor het bedrijfsleven. Leerlingen leren een bedrijf namelijk van binnenuit kennen en krijgen zo de smaak te pakken”, zegt Liesbet Beyen, coördinator RTC Limburg.

Franky Hungenaert, pedagogisch coördinerend directeur SG Harlindis-Relindis: “voor heel wat leerlingen is een directe opleiding veel interessanter dan een brede opleiding. De keuze van een jongere voor een beroepsgerichte opleiding moet hem voldoende garanties op tewerkstelling in de sector bieden. De bouw is één van die sectoren die dat kan garanderen. Het actueel houden van het opleidingsaanbod is dan ook essentieel. Zo is bv. duurzaamheid “hot” geworden in de bouwsector. Ook het onderwijs moet hierop inspelen”.

Leon Peters: “het huidige opleidingsaanbod is sterk versnipperd. Dit heeft een weerslag op de kwaliteit van het aanbod en op de continuïteit. Jongeren moeten duidelijk kunnen kiezen voor een kwalitatieve opleiding die voorbereidt op een bepaald beroep. De inhoud van de lessen moet nauwer aansluiten bij de latere beroepsbezigheden. Hiertoe dienen de jongeren ook voldoende praktijkervaring op te doen zoals bijvoorbeeld hier vandaag via werkplekleren”.

“Gedurende een week lang bouwen 7 leerlingen van het 7e jaar bijzondere Schrijnwerkerij van Kaso Harlindis-Relindis, belangstellingsgebied Nijverheid en Techniek (het vroegere Sint-Jansberg Maaseik), hier aan een dakconstructie. Op een paar dagen tijd leren ze hier de knepen van het vak. Daarnaast hebben we ook de ouders uitgenodigd om een kijkje te komen nemen terwijl hun zoon/dochter aan het werk is. Dit project kan bovendien rekenen op steun van diverse leveranciers uit de sector die de nodige materialen hebben voorzien”, vervolgt Peters.

Davy Maesen: “dit project geeft een duidelijk beeld over de invulling van werkplekleren. Meer bedrijven hiervoor warm maken is de boodschap. Hierin is alleszins een taak weggelegd voor Bouwunie Limburg. Op termijn komt dit zowel het onderwijs, de leerlingen en de bouwsector alleen maar ten goede”.

Werkplekleren is echter slechts een schakel in de hele keten. Ook het onderwijs moet keuzes maken. Bouwunie is hierbij voorstander voor sterke sectorgebonden scholen zoals bv. SG Harlindis-Relindis, die toch wel gekend is voor o.a. zijn houtopleidingen. Scholen die duidelijk maken dat je bij hen voor een specifiek beroep kan leren, trekken trouwens beduidend meer jongeren aan. Deze hebben beroepsspecifieke leerkrachten, hebben voldoende middelen om het machinepark te vernieuwen, bieden specifiekere stageplaatsen aan ... kortom, bieden meer kwaliteit. Daarnaast moet men in het onderwijs jongeren opleiden en begeleiden op basis van hun mogelijkheden en toekomstperspectieven en moet men dus af van het zogenaamde het ASO-TSO-BSO-hokjessysteem.