Nieuwbouw

Bouwen volgend jaar minstens 5 procent duurder

Wie volgend jaar een woning wil bouwen, zal daar zeker 5 procent meer voor moeten betalen. De prijzen voor bouwmaterialen als staal, zink, aluminium, koper, cement en bakstenen zijn de afgelopen weken opnieuw fors gestegen en op 1 januari volgen nieuwe prijsverhogingen. De bouwmaterialenhandelaren kondigen nu al een verhoging van hun prijzen aan met 7 tot 10 procent. Bouwunie, de bij Unizo aangesloten Unie van het KMO-bouwbedrijf, raadt aannemers aan offertes te maken met een korte geldigheidsduur van bijvoorbeeld twee maanden en een voorbehoud te maken voor de prijsevolutie van bouwmaterialen. Zo niet dreigen zij voor de bijkomende kosten op te draaien. Klanten moeten beseffen dat hun duurdere woning te wijten is aan de evolutie op de grondstoffenmarkt en niet aan de aannemers. Bouwunie raadt aannemers en klanten aan om vooraf goede afspraken te maken en deze contractueel vast te leggen. Dit zal heel wat discussies vermijden.

Na de verhogingen van de prijzen van staal, olie, zink, aluminium, lood en koper, zijn nu de basisproducten van de ruwbouwactiviteiten aan de beurt. Baksteen, zand, grind, cement en beton zijn onlangs 10% duurder geworden en in de komende weken volgen nog prijsverhogingen. De hogere grondstofprijzen, de hoge energieprijzen en de nieuwe betonnorm EN 206 liggen aan de basis van deze verhogingen. Dit komt hard aan bij de aannemers. Zand, grind, cement en baksteen zijn immers dé basisproducten voor alle ruwbouwactiviteiten. Dus niet enkel ruwbouwaannemers worden getroffen, maar ook de gespecialiseerde bouwondernemingen die hoofdzakelijk de chappe of de in beton gegoten kelders uitvoeren.
Op 1 januari stijgen de prijzen van materialen met nog eens 7 tot 10 procent, zo laten de bouwmaterialenhandelaren weten. Reden: hoge energiekosten waardoor de productiekost van de materialen toeneemt en de transportkosten verhogen.

Aannemers maken nu prijzen voor de ruwbouwwerken die ze zullen uitvoeren na het bouwverlof van 2007. De orderboekjes zitten goed vol en contracten worden lang op voorhand afgesloten. Het probleem van de aannemers is dat zij onmogelijk de langetermijnevolutie van de prijzen kunnen inschatten. In het concrete geval van de jongste betonprijsverhoging werden de aannemers één week op voorhand verwittigd, veel te laat dus.
Deze prijsverhogingen achteraf aanrekenen aan de consument is meestal uitgesloten. Dit kan enkel als de aannemer overmacht kan aantonen en zware schade lijdt, en dit wordt meestal niet aanvaard. De aannemers betalen dus het gelag. Zij draaien op voor de meerprijs van de gebruikte materialen. Bouwunie pleit daarom voor een grondstoffenbarometer, specifiek voor de bouwsector. Daarin zouden leveranciers en producenten prijsstijgingen op langere termijn – bv. één jaar – kunnen aanduiden. Dit moet de aannemers toelaten offertes te maken op basis van onderbouwde voorspellingen.

Voorlopig zit er voor de aannemers niets anders op dan offertes te maken met een kortere geldigheidsduur van bijvoorbeeld twee maanden en een voorbehoud te maken voor de prijsevolutie. Een vervelende zaak voor zowel aannemer als klant. Maar de consument moet beseffen dat de woning die hij

vandaag bestelt, volgend jaar onmogelijk tegen diezelfde prijs kan geleverd worden.

Bouwunie waarschuwt tenslotte de consumenten. Het einde van de prijsstijgingen is nog lang niet in zicht. Volgend jaar worden materialen en lonen duurder. Ook de rente stijgt. Bouwers en verbouwers zijn zich dan ook best bewust van het feit dat bouwen voor de zoveelste keer duurder wordt. Klanten moeten wel beseffen dat dit te wijten is aan de evolutie op de markt en niet aan de aannemers, aldus Bouwunie. Goede afspraken maken, is dus de boodschap.




Ook interessant