Een korte rondvraag van Bouwunie bij enkele bouwscholen leert dat deze voor het nieuwe schooljaar 2013-2014 ongeveer evenveel leerlingen aantrekken als de vorige jaren. Vooral de BSO-opleidingen (beroeps secundair onderwijs) houden gelijke tred. Voor de TSO-richtingen (technisch secundair onderwijs) is het wat meer trekken en sleuren omdat ze vaak kampen met een verkeerde perceptie. Vele ouders en jongeren denken bij “bouw” meteen aan beroepsopleidingen. Maar de bouwsector telt een erg ruime waaier van jobs die diverse opleidingsniveaus vragen. De bouw is en blijft belangrijk in het onderwijs en biedt ook mooie toekomstperspectieven voor de jongeren die een bouwopleiding volgen, zowel wat de jobinhoud betreft, als op het vlak van verloning. Bouwwerknemers scoren opvallend beter in de Vlaamse werkbaarheidsmonitor van de Stichting Innovatie & Arbeid (SERV) die aangeeft of en in welke mate een job werkbaar is, d.i. voldoende leerkansen biedt, motiverend is, niet te veel stress oplevert en een evenwichtige werk-privé balans mogelijk maakt. Wie werkbaar werk heeft, heeft meer plezier in het werk, leert meer, blijft langer aan de slag en is minder vaak ziek.
De Bouwunie-bevraging wijst voorts uit dat de scholen het “duurzaam bouwen” nu volledig, tot en met de twee laatste jaren van het secundair onderwijs, in het lessenpakket integreren. Een erg gunstige evolutie die de bouwopleidingen beter afstemt op de markt. Naast actuele opleidingsinhouden zijn ook stages erg belangrijk om de kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt te dichten. Jongeren kunnen zo de noodzakelijke praktijkervaring opdoen. De scholen werken hiervoor veel en graag samen met bouwbedrijven en de leerlingen verwerven op deze manier extra competenties. Bouwunie is dan ook een grote voorstander van stages en werkplekleren, en hoopt dat deze, samen met een moderne, kwaliteitsvolle opleidingsinhoud, een belangrijkere plaats krijgen binnen de hervorming van het secundair onderwijs.
