Boete van 24 miljoen dollar voor verhuisbedrijf uit Deurne

Een Amerikaanse rechter heeft de internationale verhuizer Gosselin Group uit Deurne in beroep een boete van 24 miljoen dollar gekregen voor het maken van prijsafspraken voor een verhuiscontract uit 2001. Het Antwerpse bedrijf haalde in 2001 een contract binnen voor het naar Europa verschepen van bezittingen van militair personeel van het Amerikaanse leger en hun families. In eerste aanleg was de boete slechts 500.000 dollar, maar zowel de Amerikaanse overheid als Gosselin gingen in beroep.

Een rechtbank in eerste aanleg oordeelde in 2011 dat Gosselin bij het uitbrengen van een bod voor het contract prijsafspraken had gemaakt. Elke van de 9.136 uitgeschreven facturen werd bijgevolg als een valse claim aanzien. Gosselin stelde dat het bod onafhankelijk tot stand is gekomen. Met een bedrag van 5.500 dollar per valse claim kon de boete theoretisch tot circa 50 miljoen dollar oplopen, maar er werd uiteindelijk 24 miljoen dollar geëist. Dat bedrag werd echter als onredelijk hoog beschouwd in verhouding tot de feiten en werd verlaagd tot 500.000 dollar. In beroep werd geoordeeld dat het bedrag van 24 miljoen dollar niet onredelijk was, waardoor het Antwerpse bedrijf nu bijna 50 keer meer moet ophoesten dan in eerste instantie.

Wat de concrete gevolgen zijn voor het Antwerpse bedrijf, waar eind juni een brand een magazijn in de Belcrownlaan nog in de as legde, is niet bekend.