Nieuwbouw

Belangen bij brand moeilijk te synchroniseren

Brandschade bij een pand in aanbouw betekent onderhandelen met experts van de verzekering. De opdrachtgever wil na herstel een gebouw in dezelfde staat als van voor de brand. De verzekering wil in beginsel zo min mogelijk uitbetalen.

Ook de aannemer is betrokken bij de onderhandelingen over het herstel van de brandschade bij een pand in aanbouw, want die moet het herstelwerk inpassen in zijn eigen werk.

Tijdens dakwerkzaamheden breekt eind augustus dit jaar brand uit op niveau van de 15de verdieping van het 26 verdiepingen tellende gebouw ‘Prinsenhof’ in Den Haag.
Het vuur verspreidt zich achter de gevels van de vide naar bovenliggende verdiepingen. Enorme schade is het gevolg, waaronder waterschade en roetschade. De brand is ontstaan op een moment dat de hefsteigers voor het werken langs de gevel en de torenkraan voor dit bouwdeel al zijn weggehaald.
De verzekeraar van de opdrachtgever is er binnen een half uur. De opdrachtgever, BPF Bouwinvest, heeft een CAR-verzekering, de polis is door verschillende verzekeraars onderschreven. Eén van de medeverzekeraars (Nationale Nederlanden) ziet vanuit zijn eigen pand het door hem verzekerde object in brand staan.
Direct na betreden van het pand begint het onderhandelen met de verzekeringsexperts van de opdrachtgever en van de dakdekker. Leidend bij elke discussie blijkt dat na herstel de staat van het gebouw hetzelfde moet zijn als van voor de brand.
Bijvoorbeeld: in de luchtkanalen ziet de aannemer, ook betrokken bij de discussie, 15 procent roet zitten dat eruit moet. Een expert van de verzekering ziet er ook stof in zitten dat er niet door de brand in is gekomen. Die expert willen dus onderhandelen over verdeling van de kosten van het schoonmaken. Maar de opdrachtgever zal zeggen dat de roetaanslag eruit moet en dat het stof kan blijven zitten.

Herstel
De verzekeringsexperts hebben namen van bedrijven achter de hand die ervaring hebben met het ruimen en herstel van de schade. Zij kunnen voorstellen doen voor in de arm nemen van bedrijven.
Projectdirecteur G.J.C. Oomen van Bouwcombinatie Prinsenhof vof zegt die voorstellen graag op te volgen, want hij heeft helemaal geen ervaring met brandschade, maar hij weet wel precies hoe de staat van het gebouw voor de brand was.
De discussie met de experts is in grote lijnen constructief geweest. In eerste instantie is gedacht aan een bedrag voor herstel van rond 3 miljoen euro. Inmiddels blijkt dat lager te gaan uitvallen, maar het schadebedrag zal nog wel een getal betreffen met in elk geval zes nullen.
Beoordelen van wat aan de buitengevel moet worden hersteld is ingewikkelder dan de schade binnen. De gevel bestaat uit isolatie op de betonnen prefab elementen met ramen in aluminium kozijnen en met prefab panelen met baksteen. De aluminium profielen rond de ramen blijken niet te repareren in een staat zoals van voor de brand. Die moeten dus nieuw. Na reinigen van de vervuilde baksteenpanelen is bekeken of deze nog goed zijn. Besloten wordt een deel te vervangen. In verband met levertijden moet zo’n besluit snel vallen en bij voorkeur na overeenstemming met de verzekering.

Gevel
De aluminium raamprofielen worden nu aangebracht. Voor de kerst wil Oomen de hele gevel klaar hebben met ook de steenpanelen er tegenaan. Uiteraard hebben levertijden en herplaatsen gezorgd voor verlenging van de bouwtijd. In eerste instantie wordt gedacht aan drie tot vier maanden. Nu blijkt dat maar vijf weken te worden. In plaats van 16 december dit jaar word het 30 januari 2004.
De bouwcombinatie krijgt de kosten die direct verband houden met de schade vergoed, zoals mensen en materieel en materiaal. Onderzocht wordt nog of andere kosten zoals extra bouwplaatskosten mogelijk te verhalen zijn. Dat geldt ook voor de boete die de aannemer krachtens het contract door de opdrachtgever is opgelegd wegens overschrijding van de bouwtijd.
De boete in verband met een clausule over late oplevering door de aannemer is opgelegd door opdrachtgever BBP Bouwinvest. Projectmanager R. Biesheuvel zegt een ondertekende overeenkomst met de aannemer te hebben om een pand neer te zetten en dat op een bepaald tijdstip op te leveren. De aannemer heeft pech dat er brand is geweest, maar er bestaat nu eenmaal een contractuele afspraak. Brand hoort tot het risico van ondernemen. En dat is gedeeltelijk afgedekt door de CAR-polis van de opdrachtgever.