"De resultaten tonen aan dat vastgoedkantoren steeds professioneler omgaan met de discriminatieproblematiek. Dit moet het vertrouwen in de sector, zowel bij huurders als verhuurders, helpen versterken. Voor de probleemgroep moeten we een aanpak uitwerken. De stad Gent kiest daarbij voor praktijktesten, een piste waar we vanuit de sector niet achterstaan. Dat nu met de betrokken kantoren gesprekken worden aangegaan door Unia is dan weer positief. Doel moet zijn om die kantoren te wijzen op de problemen. Aangezien de overgrote meerderheid van de Gentse vastgoedmakelaars correct werkt, zijn er praktijkvoorbeelden te over van hoe het wel moet."
Eigenaar als spilfiguur
Grootste stilzwijgende factor in het verhaal is en blijft de particuliere eigenaar, de spilfiguur in het verhuurproces. We zijn ervan overtuigd dat vastgoedkantoren zelden tot nooit op eigen initiatief discrimineren. Zij hebben er geen enkel voordeel bij om potentiële goede huurders uit te sluiten. Maar soms wil de verhuurder expliciet bepaalde groepen weren, en daar is nog werk aan de winkel.Sector viseren?
We stellen vast dat de nieuwe ronde van praktijktesten in Gent louter focust op de vastgoedkantoren. Wie particulier verhuurt, blijft buiten schot. Dat is een probleem, want in het verleden (onderzoek uit 2015) is reeds gebleken dat het risico op discriminatie lager ligt bij bemiddeling door een vastgoedmakelaar dan wanneer particulieren de verhuring zelf afhandelen (26% vs. 47%).Het nieuwe onderzoek toont aan dat de discriminatiegraad door vastgoedkantoren ondertussen nog verder is gedaald, van 26% in 2015 naar 14% in 2017. Vanuit CIB Vlaanderen vragen we schepen Tapmaz en het stadsbestuur van Gent dan ook uitdrukkelijk om van de aanpak in eerste instantie geen culpabiliserend verhaal te maken. De sector viseren is gevaarlijk, want het zou niemand vooruithelpen moesten eigenaars minder beroep doen op vastgoedkantoren voor professionele bemiddeling bij verhuur.
Vanuit dat perspectief vinden we het alvast positief dat de schepen, ondanks de verschillende visie rond het gebruik van praktijktesten, het gesprek met de sector blijft aangaan. En vanuit de sector zijn de voorbije jaren al heel wat initiatieven genomen om discriminatie te weren. We zijn ervan overtuigd dat dit mede heeft bijgedragen tot de daling van de discriminatiegraad en blijven hierop inzetten.
