Vastgoed

22.000 handtekeningen tegen de wijzigingen huurwet

Op 14 maart zal een afvaardiging van CIB Vlaanderen samen met een afvaardiging van het Algemeen Eigenaars- en Mede-Eigenaars Syndicaat (AES) en het Koninklijk Algemeen Eigenaarsverbond (KAEV) een petitie met ruim 22.000 handtekeningen overhandigen aan Kamervoorzitter Herman De Croo.

De 22.000 handtekeningen worden op woensdag 14 maart om 10u30 afgegeven op de Leuvenseweg 13, waarna we om 10u45 een onderhoud hebben met de Kamervoorzitter.

Donderdag 15 maart wordt de wijziging aan de huurwet ter stemming voorgelegd aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers. De regering wil nog voor de verkiezingen een aantal wijzigingen doorvoeren aan de huurwet. Een greep uit de oorspronkelijke ideeën in het wetsontwerp:

- de verplichte publiekelijke bekendmaking van de huurprijs, boete bij niet-naleving;
- voorafgaandelijke meldingsplicht van te huurstelling bij de gemeente;
- oprichting van gemeentelijke databanken;
- verplichte plaatsbeschrijving en registratie hiervan;
- toevoegen aan de huurovereenkomst van bijlage met informatie omtrent de huurwetgeving;
- de verlaging van de huurwaarborg van 3 naar 2 maanden.

CIB Vlaanderen lanceerde de website www.reddehuurwet.be met een petitie en alle informatie omtrent dit wetsontwerp.

De besprekingen in de kamercommissie Justitie hebben er toe geleid dat er reeds enkele aanpassingen werden doorgevoerd. Zo was initieel voorzien in een voorafgaandelijke meldingsplicht en de oprichting van gemeentelijke databanken. De gemeenten konden aan elke verhuurder de verplichting opleggen om de gemeente 14 dagen vooraf te informeren over hun intentie om hun onroerend goed te huur te stellen, met beschrijving van het goed, de gevraagde huurprijs, huurlasten, aanvangsdatum beschikbaarheid van de woning, aantal slaapkamers, …. De gemeente zou zelf instaan voor het verstrekken van informatie over de te huur gestelde panden. Deze voorafgaandelijke meldingsplicht en gemeentelijke databanken werden inmiddels geschrapt uit het wetsontwerp. Het schrappen van deze administratieve mallemolen maakt het waard dat de acties worden gevoerd tegen de wijziging van de huurwet.

Maar ondanks deze aanpassingen blijven eigenaars en vastgoedsector nog diverse andere bedenkingen hebben op het wetsontwerp. Het terugbrengen van de huurwaarborg van 3 naar 2 maanden is niet billijk gezien de waarde van het pand waarover de huurder tijdelijk beschikt; het voorziene sanctioneringmechanisme voor de gemeente op grond van de Gemeentewet wekt eveneens verwondering; de verplichte affichering van de huurprijs schendt de privacy van verhuurder én huurder, …

Daarnaast blijven ook terminologische correcties noodzakelijk (‘inventaris’ versus ‘plaatsbeschrijving’, ‘gemeenschappelijke lasten’ versus ‘huurlasten’). De Raad van State liet eerder al weten dat de Nederlandse tekst ondermaats is uit een oogpunt van correct taalgebruik.

Hoe goed bedoeld deze aangekondigde wijzigingen vanwege de overheid ook mogen zijn, ze zullen geen oplossing bieden aan het eigenlijke woonprobleem. De overheid moet zorgen voor de huurders, maar mag zeker de verhuurders in dit verhaal niet vergeten. Een goede huurwetgeving moet een correct evenwicht nastreven tussen de rechten en de plichten van zowel huurder als verhuurder. De private huurmarkt stimuleren is de beste manier om de druk op de wachtlijst voor sociale woningen te verminderen. Een debat ten gronde dringt zich op.

Zien wat de Kamer zal beslissen ...