Voor een huis in beton zijn er twee mogelijkheden: ofwel wordt het beton via een bekisting op de bouwplaats zelf gegoten, ofwel gaat het om een prefabwoning die bestaat uit kant- en klare bouwelementen. Die worden onder gecontroleerde omstandigheden in een fabriek gegoten en zijn soms zelfs al voorzien van raamprofielen, leidingen en isolatiemateriaal. Op de bouwwerf worden de elementen dan met speciale verbindingen aan elkaar gekoppeld.
Een huis in beton: ja, maar ...
Prefab-betonwoningen hebben een aantal troeven:- stabiele en stevige constructies die heel snel gebouwd kunnen worden. Na zeven à acht weken is zo’n woning lucht- en waterdicht.
- Efficiënt isoleren is makkelijk. In een betonwoning zijn er geen koudebruggen.
- De betonnen elementen zijn zelfdragend, wat heel wat mogelijkheden biedt qua design en binnenhuisinrichting.
- Leidingen en andere technische voorzieningen kunnen in de muren ingewerkt worden.
- Ook zonder bepleistering is er een gladde binnenafwerking mogelijk.
- De kelder is droog en bewoonbaar.
Toch is lang niet iedereen gewonnen voor een huis in beton. Je moet nu eenmaal houden van de industriële look die zo’n gebouw per definitie heeft.
Daarnaast is het ook moeilijk om een betonwoning achteraf nog aan te passen of ingrijpend te verbouwen. Een minutieuze planning is dan ook cruciaal.
Ten slotte komen er bij het vervoer van de betonnen bouwelementen ook vrij hoge transportkosten kijken. Op de werf heb je meestal ook een grote bouwkraan nodig. Dat een prefabhuis in beton goedkoop zou zijn, is dus relatief.
