Verbouwen

Wat betekent een renovatieverplichting?

Wat betekent een renovatieverplichting?
De meest voor de hand liggende ingrepen om een woning te renoveren van een F/E- naar een D-label en die ook de minste investering vergen om aan het label D te komen zijn de volgende: isolatie van de dakschil volgens de huidige EPB-eisen ( U<0.24), buitenschrijnwerk volgens de huidige EPB-eisen (U<1.5 en beglazing U<1.0) en verwarming voorzien met een gascondensatieketel.

De raming van de kostprijs van deze werken (volgens de kosten vermeld op het EPC) komt neer op:

  • € 5 000 en € 12 500 voor dakisolatie;
  • € 15 000 voor nieuw buitenschrijnwerk;
  • tussen € 6 000 en € 10 000 voor een nieuwe condensatieketel.

Reken dus in totaal op een som tussen 26.000 en 37.000 euro.

Om te kunnen spreken van een ingrijpende energetische renovatie en opdat de woning zou voldoen aan de finale doelstellingen van 2050 blijven er dan nog belangrijke ingrepen uit te voeren zoals, isolatie van de buitenmuren, plaatsen van een ventilatie installatie, vervangen van de stookinstallatie door een warmtepomp, plaatsen van zonnepanelen. Deze ingrepen vergen echter nog belangrijke bijkomende investeringen. Maar die kunnen gefaseerd worden uitgevoerd worden.

Huidig gebouwenbestand eengezinswoningen:

Actuele cijfers VEKA (energiekaart):
Wat betekent een renovatieverplichting
Wat betekent een renovatieverplichting

Praktisch voorbeeld:

EPC van een voorbeeldwoning, type halfopen, bouwjaar <1970, zonder isolatie in de gebouwschil, voorzien van oude dubbele beglazing, verwarmd met niet condenserende gasketel.
Wat betekent een renovatieverplichting
Wat betekent een renovatieverplichting

De meest voor de hand liggende ingrepen, die ook de minste investering vergen om aan label D te komen zijn de volgende:
  • isolatie van de dakschil volgens de huidige EPB eisen ( U<0.24)
  • buitenschrijnwerk volgens de huidige EPB eisen (U<1.5 en beglazing U<1.0)
  • verwarming voorzien met een gascondensatieketel

De raming van de kostprijs van deze werken (volgens de kosten vermeld op het EPC) :
   Dakisolatie : tussen € 5 000 en € 12 500
   Nieuw buitenschrijnwerk: € 15 000
   Nieuwe condensatie gasketel: tussen € 6 000 en € 10 000
   Totaal : tussen € 26 000 en € 37 000

Twee belangrijke opmerkingen:
  1. De kostenraming geeft een prijsvork die in functie van de woning nog te personaliseren is
  2. De prijsindicatie slaat alleen maar op de kost van de materialen die de energiebesparing opleveren, niet op de bijkomende kosten die nodig zijn voor afwerking. Bijvoorbeeld het vervangen van de dakbekleding indien men de dakisolatie aan de buitenzijde aanbrengt.

EPC resultaat na deze ingrepen :
In deze voorbeeld woning zal na de uitvoering van voornoemde ingrepen het label C net bereikt zijn.
Wat betekent een renovatieverplichting
Wat betekent een renovatieverplichting
Om te kunnen spreken van een ingrijpende energetische renovatie en opdat de woning zou voldoen aan de finale doelstellingen van 2050 blijven er dan nog belangrijke ingrepen uit te voeren zoals, isolatie van de buitenmuren, plaatsen van een ventilatie installatie, vervangen van de stookinstallatie door een warmtepomp, plaatsen van zonnepanelen,
Deze ingrepen vergen echter nog belangrijke bijkomende investeringen die gefaseerd kunnen uitgevoerd worden.

Argumenten pro renovatieverplichting

  1. Het is geen absolute verplichting, omdat elk gezin dat op het punt staat een woning te kopen nog altijd kan beslissen om een andere woning te kopen waarop geen energetische renovatieverplichting rust.

  2. De kandidaat-koper wordt via het bestaande EPC-certificaat duidelijk op voorhand geïnformeerd over de energetische ingrepen die nog zullen moeten gebeuren, en krijgt tegelijk een raming van de kosten die deze ingrepen met zich mee zullen brengen. Uit een recente enquête van de VCB is trouwens gebleken dat steeds meer kopers nu al aandacht hebben voor de inhoud van het EPC-certificaat.

  3. De kandidaat-koper wordt aangezet om te denken in termen van een woonbudget voor de verwerving van een energetisch efficiënte woning in plaats van een louter aankoopbudget.

  4. De kandidaat-koper wordt aangespoord om in overleg met zijn bank een goede totale inschatting te maken van het totale budget dat hij nodig heeft, waardoor er minder risico op verrassingen zijn.

  5. De bouwer van een nieuwbouwwoning krijgt nu al een veel strenger E-peil opgelegd dan het verplichte EPC-peil dat nu bij de beslissing over de renovatieverplichting wordt overwogen. Het voorziene peil D zou dan ook wel wat strenger mogen zijn.

  6. Kopers krijgen niet alleen het voordeel via een lagere energiefactuur maar ook een grotere waardevastheid van de woning.

  7. Naar de klimaatdoelstellingen toe betekent de renovatieverplichting dat tegen 2050 (tegen het huidige ritme waartegen woningen worden verkocht) meer dan 90 procent van de bestaande woningen energetisch gerenoveerd zullen zijn. Het ritme waartegen woningen worden verkocht ligt immers hoger dan het ritme waartegen nieuwe bijkomende woningen worden gebouwd. Door de energetische renovatieverplichting te koppelen aan de verkoop van een woning, zal het renovatieritme verdrievoudigen.

  8. De huidige vicieuze cirkel waarbij gezinnen woningen kopen zonder dat ze een budget overhouden om die in de volgende jaren ook energetisch te renoveren, wordt doorbroken. Door de algemene renovatieverplichting zullen de verkoopprijzen van energetisch slecht scorende woningen worden gecorrigeerd. Voor minder bemiddelde jonge gezinnen die een woning willen kopen, zal de overheid aanvankelijk welmoeten voorzien in steunmaatregelen, zoals goedkopere renovatieleningen.

  9. Met deze maatregel kunnen de klimaatdoelstellingen worden gehaald zonder dat de gezinnen die nu al eigenaar zijn, extra lasten krijgen opgelegd. Uit recente studies is gebleken dat de helft financieel niet bij machte is om hun woning energetisch te renoveren.
    De huidige eigenaars van woningen met een slecht EPC-peil zijn voor en groot deel ouderen en vaak gepensioneerden met te weinig inkomen of financiële middelen om een degelijke energetische renovatie te kunnen betalen.

  10. De ervaring met de invoering van het E-peil voor nieuwbouw in 2006 heeft aangetoond dat zodra de gezinnen zien dat de overheid een norm oplegt en die naar de toekomst zal verstrengen, automatisch het beter willen doen dan wat de norm oplegt. Van bij de invoering van het E-peil lag het werkelijke E-peil van de nieuwbouwwoningen steeds merkelijk lager dan het wettelijk opgelegde peil. Op dit ogenblik bedraagt het wettelijk maximale E-peil 30 maar volgens de laatst beschikbare cijfers van het Vlaams Energie en Klimaatagentschap (VEKA) scoren gemiddeld de nieuwe woningen al onder de 20. We verwachten dat bij de invoering van een maximaal EPC-peil na aankoop van de woningen de gezinnen de waardevastheid van hun woning zullen willen verhogen door het beter te doen dan wat het opgelegde EPC-peil voorschrijft.

Ook interessant