Vastgoed

Verhuis ouderen naar kleine woning pas op lange termijn realiseerbaar

Heel wat woningen die nu door ouderen worden bewoond, zijn te groot voor het ene resterende gezinslid of de twee gezinsleden die er nu nog in wonen. Vlaams minister Van den Bossche wil hen daarom aanmoedigen om naar een kleinere woning te verhuizen. Maar de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) wijst op de vele knelpunten om een dergelijke verhuizing op gang te brengen: er is de emotionele band van ouderen met hun bestaande woning, er zijn de procedurele moeilijkheden om percelen en woningen op te splitsen, er is de traagheid waarmee stadsvernieuwingsprojecten tot stand komen, en er is de blijvende noodzaak om bouwers vanuit de overheid te ondersteunen.

Vlamingen zijn massaal eigenaar van hun eigen woning. Zij beschouwen hun woning als een waardevaste belegging en als een reserve voor hun oude dag. Men kan dus niet verwachten dat ouderen zo snel hun woning zullen opgeven.

Om ertoe te komen dat ouderen hun te grote woning verlaten en voor een kleinere woning inruilen, moet er bovendien een aantrekkelijk alternatief zijn. Dit hangt dan weer af van de mate waarin aan stadsvernieuwing wordt gedaan en daarin aangepaste woningen voor ouderen tot stand komen. Uit ervaring weten we dat stadsvernieuwingsprojecten minstens tien jaar in beslag nemen van concept tot realisatie.

Om het huidige woningbestand te herorganiseren, bijvoorbeeld door de opsplitsing van bestaande gebouwen en percelen in kleinere eenheden, moeten ook heel wat procedureproblemen worden overwonnen. Zo is het niet steeds mogelijk om een grotere woning op te splitsen in twee eenheden, bijvoorbeeld een voor het oudere en een voor een jonger gezin. Zo’n omvorming is aan bepaalde voorwaarden verbonden. De bijkomende woning kan bijvoorbeeld niet in een bijgebouw worden ondergebracht. Zij moet aan de hoofdwoning verbonden blijven.

Sommige verkavelingsvergunningen bepalen uitdrukkelijk dat per perceel maar een gezin mag wonen. Op een perceel meerdere gezinnen laten wonen vergt dan een wijziging van de verkavelingsvergunning. Ook deze wijziging neemt de nodige tijd in beslag.

Heel wat overheden kanten zich tegen een te grote verdichting. Een groot aantal stadsbesturen blijven pleiten voor huizen met een tuin. Zij blijven zich bijvoorbeeld kanten tegen de omvorming van huizen in appartementen, ook al bestaat een grote vraag naar appartementen, met name vanwege de senioren. De overheden blijven bijvoorbeeld in nieuwe complexen grotere flats met meerdere slaapkamers opleggen.

Tegelijk moet de overheid de nodige budgetten blijven uittrekken om bouwers financieel te ondersteunen: ouderen om in een aangepaste woning te gaan wonen en jongere gezinnen om een woning te kunnen aankopen en/of renoveren.

Kortom, ouderen laten verhuizen naar kleinere woningen zal nog heel veel tijd vergen. Tegelijk komt op korte termijn een forse bevolkingstoename op ons af. Hiervoor moet versneld woonruimte ter beschikking komen. Het is illusoir te geloven dat het tekort aan woongebieden op korte termijn kan worden opgelost door bepaalde bevolkingsgroepen te laten verhuizen. Woonuitbreidingsgebieden zijn bedoeld als reservegebieden voor het wonen. In het licht van de forse bevolkingstoename waarmee Vlaanderen de komende twee decennia wordt geconfronteerd, pleit de VCB er dan ook voor ze maximaal vrij te geven.