Algemeen

VCB geeft gemeentebesturen zwaar onvoldoende

Het Vlaams agentschap voor Binnenlands bestuur en Dexia hebben zopas bijna gelijktijdig een studie over de gemeentelijke financiën uitgebracht. Op basis van deze cijfers krijgen de gemeentebesturen van de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) een dikke onvoldoende. Niet alleen zijn de gemeentebesturen tijdens de laatste legislatuur het vastgoed als grootste fiscale melkkoe gaan beschouwen. Zij hebben bovendien nagelaten in bouwprojecten te investeren. Zo werd de bouwsector tweemaal de dupe.

De gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing zijn tijdens de laatste bestuursperiode fors toegenomen. In 2000 lagen de opcentiemen in de Vlaamse gemeenten gemiddeld nog op 1.073, amper een 100-tal punten hoger dan in 1994 bij de aanvang van de bestuursperiode daarvoor. Maar de gemeentebesturen die in 2000 aan de macht gekomen zijn, hebben dit tarief fors verhoogd om te eindigen op 1.310 in 2005. Dit betekent een stijging met 22% op amper vijf jaar tijd. De gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting stegen in dezelfde periode van 6,6 naar 7,2, d.i. een toename van maar9%.

De gemeentelijke fiscale druk op het vastgoed is in zes jaar tijd enorm toegenomen. In de rekeningen van de Vlaamse gemeenten stond in 2000 voor hun opcentiemen op het vastgoed een totale opbrengst van amper990 miljoen euro ingeschreven. In hun begrotingen voor 2005 rekenden de Vlaamse gemeenten voor hun opcentiemen op de onroerende voorheffing op maar liefst 1,52 miljard euro aan inkomsten. Ter vergelijking: de opbrengst van de gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting werd voor 2005 voor alle Vlaamse gemeenten samen op 1,37 miljard euro begroot. Het vastgoed is voor de gemeenten dus een belangrijkere bron van fiscale inkomsten geworden dan de personenbelasting.

Vooralsnog heeft de historisch lage rentevoet gezinnen in staat gesteld om te bouwen en te verbouwen en massaler dan voorheen woningeigenaar te worden. Maar voor de volgende zes jaar zal deze gunstige rentesituatie niet aanhouden. Vooral voor de ontwikkeling van de Vlaamse stadscentra is het belangrijk dat de gemeentelijke opcentiemen op het vastgoed opnieuw worden verlaagd. Nu worden heel wat gezinnen uit armere stadscentra met hoge opcentiemen op de onroerende voorheffing aangetrokken door de lagere tarieven die de rijkere randgemeenten kunnen hanteren.

Gezien de fors gestegen inkomsten uit hun aanvullende belastingen zou men kunnen verwachten dat de gemeenten meer zouden hebben kunnen investeren. Maar ook dit is geenszins het geval geweest, enerzijds omdat zij met andere extra uitgaven werden geconfronteerd (met name in het kader van de politiehervorming), en anderzijds omdat andere bronnen van inkomsten (vooral dividenden uit energiecommunales) zijn gaan opdrogen.

Vorig jaar hebben de gemeentebesturen hun investeringsniveau met 10% opgetrokken in vergelijking met het jaar voordien. Maar zoals de recente studie van Dexia terecht heeft opgemerkt, is de traditionele investeringspiek voor de gemeenteraadsverkiezingen dit maal veel minder scherp geweest dan bij vorige campagnes. In 2005 investeerden de Vlaamse gemeenten in totaal 1,47 miljard euro, d.i. nauwelijks meer dan de 1,43 miljard euro die zij investeerden in 1999, het jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2000. In reële termen, rekening houdend met de inflatie, betekent dit een achteruitgang met 10%.

De gemeentebesturen vertegenwoordigen ongeveer de helft van al de overheidsopdrachten. Hun laag investeringsniveau van de laatste jaren heeft bij firmas die voornamelijk voor overheden werken, zoals de wegenbouwbedrijven, een zware aderlating teweeggebracht. Voor de nieuwe gemeentebesturen heeft de VCB een dubbele eis: een bouwvriendelijkere fiscaliteit en een investeringsintensiever beleid.
Build for Life