Algemeen

Tijdelijke elektriciteitsaansluiting duurt drie maanden

Zopas lieten zowel de federale als de Vlaamse commissie voor de regulering van elektriciteit en gas positieve geluiden horen. De distributietarieven dalen. Uit een enquête van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) is gebleken dat de meeste KMO’s lagere elektriciteits- en gastarieven hebben kunnen bedingen. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) betreurt wel dat de VREG zich bij haar enquête beperkt heeft tot de evolutie van de prijzen en niet naar het volledige dienstenpakket heeft gepeild. Want dan zou de VREG een veel minder positief verhaal hebben gehoord. De tarieven zelf kunnen dan wel verlaagd zijn maar tegelijk heeft een verslechterde dienstverlening tot een verhoging van de onrechtstreekse kosten geleid, met name in de bouwsector.

De aannemers klagen steen en been over de veel te lange termijnen om voor hun bouwplaatsen een tijdelijke elektriciteitsaansluiting te krijgen. Deze aansluitingsproblemen zijn zich beginnen voordoen zodra de Vlaamse elektriciteitsmarkt werd geliberaliseerd. Dit gebeurde op 1 juli 2003. De VCB heeft deze problemen vorig jaar al bij de VREG aangeklaagd. Het is daarom des te spijtiger dat de VREG deze aansluitingsproblemen niet bij haar enquête heeft betrokken. Intussen heeft de VCB zelf haar aangesloten bouwbedrijven hierover bevraagd.

Uit deze bevraging is gebleken dat een aanvraag voor een tijdelijke aansluiting op een bouwplaats nu gemiddeld drie tot vier maanden in beslag neemt. Aannemers geraken hierdoor in problemen om hun werken tijdig uitgevoerd te krijgen. Vandaar dat nu reeds een vierde van de aannemers voor hun bouwplaatsen hun toevlucht nemen tot een eigen stroomgenerator. Dit leidt voor het bouwbedrijf tot hogere kosten en voor de klanten tot een stijging van de bouwkost. Voor het bouwbedrijf en zijn klanten heeft de liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkt dus helemaal geen tijds- en kostenbesparing opgeleverd.

Uit de bevraging van de VCB is gebleken dat de problemen al starten van bij de telefonische aanvraag voor een tijdelijke aansluiting. Voor heel Vlaanderen is er één telefoonnummer: de energielijn, een 078-lijn waar een wachttijd van 20 tot 30 minuten standaard is. Als de telefoon dan beantwoord wordt, wordt in de meeste gevallen nog enkele keren doorgeschakeld.

Klantvriendelijk kan men deze behandeling niet noemen. Maar vanaf dan beginnen de echte problemen pas. Want de distributienetbeheerders nemen na deze telefonische oproep tot 30 werkdagen de tijd om voor de aansluiting een offerte op te sturen. De aannemers begrijpen helemaal niet waarom dit zo lang moet duren.

Bovendien betekent de ontvangst van de offerte nog geenszins dat de aansluiting in orde is. Na versturing van de ondertekende offerte dient de aannemer opnieuw op een teken van de netbeheerder te wachten. Volgens de aannemers meldt de energielijn dat de stroomleverancier tot 24 weken de tijd hebben om de elektriciteitsleiding te leggen en de bouwplaats van stroom te voorzien.

Van alle bedrijven die op de VCB-enquête hebben gereageerd, is er geen enkele die binnen de maand over een tijdelijke elektriciteitsaansluiting beschikte. Gemiddeld diende de aannemer zo’n drie maanden (12 weken) op zijn aansluiting te wachten. Wachttijden van vier maanden waren geen uitzondering. En deze wachttijden betreffen dan meestal nog de standaardaansluitingen. Vanaf het moment dat een enigszins complexere aansluiting wordt aangevraagd, loopt de wachttijd nog meer op. In enkele gevallen rapporteerden aannemers zelfs een wachttijd van 13 à 14 maanden!

De wachttijden zijn dus extreem lang. Op die manier kunnen aannemers onmogelijk de startdatum en uitvoeringstermijnen respecteren die hun contractueel zijn opgelegd. De consumenten moeten dan ook langer wachten vooraleer zij hun woning kunnen betrekken. Uit de VCB-enquête is ook gebleken dat de aanvraag van een elektriciteitsleiding voor een drijfkracht van 360 volt zelfs niet meer mogelijk is. Aannemers kunnen enkel nog een stroomtoevoer van 220 volt krijgen. Nochtans hebben heel wat aannemers zware leidingen nodig, onder meer voor de aandrijving van de bouwplaatskranen.

Bovendien blijven de problemen niet beperkt tot de tijdelijke elektriciteitsaansluitingen. Ook voor de definitieve elektriciteitsaansluitingen van woningen bij het bestaande distributienet moet langer worden gewacht dan voorheen. Nog grotere vertragingen doen zich voor bij verkavelingen waarvoor een uitbreiding van het netwerk is vereist. Bouwpromotoren moeten de oplevering van hun appartementsgebouw uitstellen bij gebrek aan elektriciteit.

Vandaar dat de VCB nog eens bij de VREG aandringt om in te grijpen. Het gaat immers niet om toevallige klachten. Het gaat om structurele tekortkomingen in het systeem waarvoor de VREG dringend een algemene oplossing moet uitwerken.

Marc Dillen, Directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw
Build for Life