In de eerste helft van 2004 zijn de staalprijzen bijna verdubbeld. Bij de indiening van hun offerte konden aannemers deze stijging niet voorzien. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) staat dan ook volledig achter de omzendbrief die de ministers Geert Bourgeois en Kris Peeters zopas aan de Vlaamse regering hebben voorgelegd en waardoor aannemers de prijsstijgingen automatisch kunnen verrekenen bij alle opdrachten die door de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest worden gegund of gesubsidieerd. Zonder deze omzendbrief dreigden de forse prijsstijgingen heel wat bouwbedrijven financieel te nekken.
In het voorjaar van 2004 verdubbelde de prijs van het betonstaal, zoals blijkt uit de tabel in bijlage. Daarop heeft toenmalig Vlaams minister van openbare werken Gilbert Bossuyt een omzendbrief uitgebracht waardoor aannemers prijsstijgingen onder bepaalde voorwaarden automatisch konden verrekenen. Maar deze omzendbrief gold slechts voor een beperkt aantal administraties van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (onder meer voor de administratie Wegen en Verkeer) en slechts voor een beperkt aantal staalproducten.
Een paar maanden later begonnen ook de prijzen voor gietijzer, handelsstaal, profielen en damplanken spectaculair te stijgen, zoals de tabel in bijlage aantoont. Daarop heeft de VCB er bij de Vlaamse regering voor gepleit de omzendbrief van minister Bossuyt uit te breiden tot andere soorten van staal en tot gietijzer. Bovendien heeft de VCB voor een ruimer toepassingsgebied geijverd.
De verrekeningsmethode die in de omzendbrief van Bossuyt was vervat, biedt immers een aantal belangrijke voordelen. Zo moet de aannemer niet tot het einde van de werken wachten vooraleer een vergoeding voor de geleden schade te krijgen: hij kan de vergoeding reeds enkele weken na de aanvraag verwachten. Bovendien dient de aannemer de geleden schade niet omstandig te bewijzen. Voor de gevallen die de omzendbrief vermeldt, wordt onder een aantal voorwaarden automatisch een supplementaire vergoeding toegekend.
De omzendbrief van de ministers Bourgeois en Peeters die deze van Bossuyt zal vervangen, komt aan beide wensen van de VCB tegemoet. Zij geldt namelijk voor alle soorten staal en ook voor gietijzer. Bovendien zal zij van toepassing zijn voor belangrijke opdrachtgevers van bouwwerken, zoals de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de NV Aquafin, die bij de omzendbrief van Bossuyt nog uitgesloten waren.
De VCB hoopt nu dat de omzendbrief, zodra hij officieel door de Vlaamse regering zal zijn bekrachtigd, een belangrijke signaalfunctie zal vervullen voor private bouwopdrachtgevers om de staalprijzen op dezelfde wijze te verrekenen. Een automatische verrekeningsformule biedt het voordeel dat de opdrachtgever ellenlange discussies rond individuele claims voor bijkomende onvoorziene kostenvergoedingen kan vermijden.
Marc Dillen (foto), Directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw
