Verbouwen

Spraakmakend ontwerp voor een museum in Leiden

Aan de hogeschool van Amsterdam studeerde op 27 juni 2011 J. Moskal af op de herbestemming van het voormalige wolpakhuis aan de Herengracht in Leiden. Dit al jaren in onbruik geraakte en leegstaande monument uit 1930, heeft in zijn ontwerp een nieuwe lichtdoorlatende klimaatgevel aan de achterzijde gekregen en een hele nieuwe toegang in de Groenesteeg.

Het pakhuis van de Leidsche Textielfabrieken Van Wijk was een opslagplaats voor ruwe wol en textielproducten. Door zijn diepte van 22 meter vanaf de voorgevel is het pand niet of nauwelijks geschikt voor wonen, werken of ateliers. Na een uitgebreide studie bleek dat de stad Lelden niet echt over een museum beschikt waar op grotere schaal moderne kunst te zien is. Deze locatie blijkt aan een knooppunt van een belangrijke netwerk van straten te liggen. Zeker in het licht van de toekomstige ontwikkelingen van bijvoorbeeld de Meelfabriek, en het ontbreken van een tentoonstellingsruimte voor hedendaagse kunst.

Het is niet de Herengracht, maar het steegje dwars daarop, de Groenesteeg, die een belangrijke as in de stad vormt. Het steegje loopt van de binnenstad naar o.a. het in ontwikkeling zijnde terrein van de meelfabriek. De voorgevel in deze steeg vormt dan ook de eerste verrassende ingreep die Janusz maakt in zijn ontwerp: de hoofdingang komt namelijk in deze steeg te liggen. Daarvoor wordt de huidige gevel van het smalle pandje aldaar volledig herbouwt met gebruikmaking van de bestaande bakstenen. Echter deze keer slaat hij steeds een laag metselwerk over zodat daar in de avondschemer licht van binnenuit door de semi-transparante gevel komt.



Een tweede opvallende ingreep is de doorsnijding in het pand. Een voormalig inpandige hijsruimte wordt tot aan de achtergevel doorgetrokken en vormt in het ontwerp een 20 meter lange centrale open ruimte die alle ruimten van alle verdiepingen visueel met elkaar verbind. Tevens zijn er enkele vloervelden met interessante getoogde vorm, simpelweg 'er tussen uit' gehaald en vormen zo ruimten van 2 bouwlagen hoog. Ideaal voor het tonen van grotere kunstobjecten.

De achtergevel, die van de straat niet zichtbaar is en al decennia dicht gemetseld zat, is voor het overgrote deel vervangen door een dubbele gevel van glas. Deze klimaatgevel vormt niet alleen een belangrijke buffer tussen buiten en binnen maar kan tevens de warme zonestralen omzetten in warmte opslag en het gebouw er mee verwarmen. In de zomer wordt juist de warmte door de ruimte tussen de dubbele gevels geventileerd, zodat het binnen veel langer koeler blijft.

Als begeleidend docent Transformatie en Restauratie aan de Hogeschool van Amsterdam zegt Hans Philips dat Janusz met dit project aantoont dat oude monumentale gebouwen in de binnenstad, hoe onmogelijk in eerste instantie het hergebruik ook lijkt, prima met hun tijd mee kunnen gaan en door de juiste ingrepen tot zeer spannende resultaten kunnen leiden.