Energie

Slechtst presterende woningen remmen voortgang energietransitie

Slechtst presterende woningen remmen voortgang energietransitie
De Nederlandse woningmarkt zet belangrijke stappen in verduurzaming, maar woningen met de laagste energielabels blijven achter. Uit de nieuwste themapublicatie van de Woningmarktmonitor van ABN AMRO blijkt dat het gemiddelde energieverbruik sinds 2020 met ruim 7 procent is gedaald. Op basis van de huidige trend verwacht de bank dat het verbruik in 2030 uitkomt op 164 kWh per m² per jaar, een daling van 17,8 procent. Daarmee zou Nederland voldoen aan de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD), die in 2026 in nationale wetgeving wordt opgenomen. Deze richtlijn legt extra nadruk op het verduurzamen van woningen met slechte labels, maar volgens de prognoses blijft het aandeel van deze slechtst presterende panden gelijk. Hoge renovatiekosten, lage inkomens en beperkte kennis over verduurzaming vormen daarbij belangrijke hindernissen.

Volgens ABN AMRO wordt het halen van de Europese doelstellingen bemoeilijkt doordat juist deze woningen achterblijven in de energietransitie. Hoewel het totale energieverbruik daalt, profiteren de bewoners van huizen met energielabel F en G minder van de verduurzamingsmaatregelen. Dit vergroot de kloof tussen energiezuinige en slecht geïsoleerde woningen, waardoor gerichte maatregelen noodzakelijk blijven.

Aansluitkosten warmtenet blijven obstakel

Nederland streeft ernaar om tegen 2030 2,5 miljoen woningen te renoveren, waarvan 1 miljoen huurwoningen en 1,5 miljoen koopwoningen. Alle woningen met label G (vanaf 2027) en met label F of slechter (vanaf 2030) moeten worden gerenoveerd tot minimaal label C. Daarbij zet de overheid in op maatregelen als isolatie, warmtepompen en de uitbreiding van collectieve warmtenetten. De huidige vooruitgang is grotendeels te danken aan strenge nieuwbouweisen en verduurzamingsmaatregelen in de bestaande voorraad. Zo zijn nieuwe woningen standaard gasvrij. Tegelijkertijd neemt het aandeel bestaande woningen met lagere energielabels langzaam af. Recente beleidswijzigingen vertragen het tempo. Zo heeft het kabinet het plan om hybride warmtepompen vanaf 2026 verplicht te stellen geschrapt en wordt de salderingsregeling voor zonnepanelen in 2027 volledig beëindigd. Een belangrijk onderdeel van de Nederlandse verduurzamingsstrategie blijft de uitbreiding van warmtenetten, die de CO₂-uitstoot verminderen en de druk op het elektriciteitsnet verlichten. In 2024 waren circa 500.000 huishoudens aangesloten; het doel is om dit aantal te verdubbelen tegen 2030. De hoge aansluitkosten vormen echter een drempel, waardoor aanvullende maatregelen zoals subsidies en prijsplafonds worden onderzocht.

Slechtst presterende woningen blijven achter

Ondanks de voortgang blijft de renovatie van woningen met energielabel F of G een uitdaging. "We zien dat de Nederlandse woningvoorraad over het algemeen goed scoort op het gebied van energie-efficiëntie. Maar als we kijken naar subsidieaanvragen en energielabels van huiseigenaren, zien we dat het tempo van verbetering afneemt. Deze woningen zijn vaak technisch complex of economisch onaantrekkelijk om te verduurzamen, vooral voor eigenaren met een lager inkomen. Dat is zorgelijk, omdat de regelgeving bepaalt dat de helft van de totale verbetering in energie-efficiëntie afkomstig moet zijn van de woningen met de laagste energielabels. Het deel van de woningvoorraad met de slechtste energielabels dreigt echter achter te blijven, wat het behalen van alle EU-doelstellingen kan bemoeilijken," zegt Mike Langen, senior econoom Woningmarkt van ABN AMRO. "Gerichte renovatie kan niet alleen bijdragen aan de klimaatdoelen, maar ook de maandelijkse energielasten van woningeigenaren sterk terugdringen. Om deze huishoudens te ondersteunen zal de overheid meer maatregelen moeten nemen."