Architectuur

Royale woning oogt massief en verrast met details

Achter een oud tolhuis en naast een schuur ontwierp Juliette Bekkering Architecten een royale woning met verrassende doorkijkjes en veel spiegelend water. Een 30 meter lange gang smeedt alle gebouwdelen aaneen.

Een massieve bunker verrijst achter het charmante tolhuis aan de Steenweg in Zaltbommel. Zo lijkt het althans, want er is nogal wat beton verwerkt in de nieuwe villa die de plaats inneemt van een gesloopte aanbouw.

Wie beter kijkt ontwaart echter direct verrassende details. Zoals een spuwer die het hemelwater vanaf het dak de kamer inbrengt in een inpandige vijver. Of ramen die koud geplaatst lijken te zijn op bakstenen, omdat de kozijnen wegvallen achter kunstig gelijmd metselwerk. En dan is er nog een lange gang die oud en nieuw met elkaar verbindt. Die gang wordt straks nog ongeveer twee keer zo lang wanneer hij ook het aanpalende atelier met tolhuis en villa verbindt.
Ramen bevinden zich vooral op het westen. Architect Juliette Bekkering heeft weinig overredingskracht nodig om duidelijk te maken waarom dat zo is: aan de ene kant van de nieuwbouw grenst een weggetje aan de andere kant bouwde de overbuurman een paar jaar terug een boerderette op een soort kunstmatige terp.

Geheel
Verbouwereerd door die daad, wisten bewoners Jan Woudenberg en Mariken Wijnstekers geen betere oplossing dan hun erf te omzomen met een metershoge bakstenen muur. Alleen aan de achterkant is nog het weidse uitzicht over dat tien jaar geleden nog de hele omgeving domineerde. Ook het verleggen van de afslag van de A2 had overigens bijgedragen aan die landschapsvervuiling.
“Al die veranderingen vroegen van mij om het ensemble binnen die ommuring tot een geheel te smeden. Dat gebeurt met een soort omhullende S-vorm die in de gevels regelmatig terugkeert, met veel water en met die gang”, aldus Bekkering. Aan de twee kopse kanten breekt de gang overigens door de muur heen. Dat geeft fraai licht maar levert ook een bijzondere plek op. Eén van die doorbraken balanceert straks als een soort balkonnetje boven een aanpalende sloot.

Water
Behalve door de westgevel valt vooral licht binnen via spleten bovenin de muren en het betonnen dak. Of langs de onderkant van een betonnen bank, waar het waterniveau van de vijver ernaast bijna tot aan het kozijn staat. Het licht zal fraai schitterend naar binnen spiegelen.
Het spelen met water binnen en buiten het gebouw verraadt Bekkerings achtergrond. Totdat ze in 1997 haar bureau in Rotterdam begon, werkte ze een periode bij Neutelings Riedijk-architecten. Dat was ook het bureau waar de bewoners van het tolhuis hun toevlucht zochten na teleurstellende contacten met andere architecten. Neutelings verwees hen door naar zijn voormalige partner, aangezien het bureau de handen vol heeft aan grote projecten.
Ook de kolommen in de vorm van letters verwijzen naar het werk van Bekkerings voormalige partners. De twee W’s staan voor de achternamen van de bewoners, maar vormen ook een soort schaarhek van beton, dat de overgang van een massieve betonnen muur naar een glazen wand markeert.
Bijzonder aan de onderneming is dat de bewoners alles zelf doen. In het dagelijks leven runnen Woudenberg en Wijnstekers een restauratiebedrijfje dat al menig monumentaal pand in Zaltbommel en omstreken onder handen nam.
Ze kunnen dus wel wat met hun handen. Maar betonstorten, epdm-dakbedekking aanbrengen of bakstenen verlijmen, zijn voor hun ook nieuwe disciplines. Ze volgden cursussen om zich de technieken aan te leren. Alleen voor het vlechten van wapening hebben ze hulp ingeroepen. En de funderingspalen zijn geslagen door een professioneel heibedrijf. Verder deden de eigenaren alles zelf.
Dat ze leergeld hebben betaald in de vorm van bekistingen die bol gingen staan, zodat het betonwater langs de kieren sijpelde, nemen ze op de koop toe. Architect Bekkering vindt het effect eigenlijk helemaal niet onaardig, constateert ze terwijl ze haar hand laat gaan over zo’n schoonheidsfoutje op een van de letterkolommen. “Het geeft het beton een beetje het effect van natuursteen.”
Gevolg van het vele zelf doen is dat de bouw wat minder snel verloopt dan andere projecten van deze omvang. Want er moet ook nog brood op de plank komen. Dus wordt met tussenpozen aan het huis gewerkt. De eerste paal werd geslagen in augustus 2001; de eigenaren hopen dat ze voor Woudenbergs 50ste verjaardag volgend jaar oktober klaar zijn. Maar helemaal gerust lijken ze er niet op.

Merkwaardig
Ook voor Bekkering is het een merkwaardige ervaring dat zo lang wordt gebouwd aan een relatief bescheiden project. Het doet haar daarom des te meer plezier dat al die tijd nauwelijks wijzigingen op het ontwerp hebben plaatsgevonden.
De kamer met de inpandige vijver is bij nader inzien toch geïsoleerd en niet langer bestemd als semi-buitenruimte. De daklichten zijn langwerpig geworden in plaats van rond. Maar verder staat het oorspronkelijke ontwerp nog overeind. Bekkering: “Dat is des te opvallender als je bedenkt dat geen hoek hetzelfde is en we een dik boek vol details hebben moeten uittekenen. Het kantoorgebouw dat ik ontwierp aan de Rotterdamse Maashaven met een oppervlak van 10.000 vierkante meter telt evenveel details als deze villa van amper 300 vierkante meter.” Blik op het dak van de 30 meter lange gang die alle bouwsels met elkaar verbindt. Een spuwer voert het hemelwater in een vijver in de woonkamer.