Architectuur

Richard Meier: architect in de spotlights (fotospecial)

De Amerikaanse architect Richard Meier maakte tijdens en na zijn studie architectuur in de jaren vijftig enkele reizen naar Europa. Ook bezocht hij Parijs, waar hij Le Corbusier ontmoette. Richard Meier behoord tot de New Yorkse School, een groep architecten die teruggrijpt op de verworvenheden van de Internationale stijl. Het resultaat is een esthetische bouwstijl met geometrische vormen en veel glas en licht. De formele uitgangspunten van De Stijl vormden hierbij een vertrekpunt, reden waarom Richard Meier enige tijd tot de zgn. New York Five werd gerekend, met o.a. Hejduk en Michael Graves. Zijn ideeën en vormentaal komen voort uit de traditie van 'Het Nieuwe Bouwen'. De Corbusier is zijn grote voorbeeld. De ruimtes zijn duidelijk gestructureerd en geordend. Hij maakt optimaal gebruik van het invallend buitenlicht, en als materiaal gebruikt hij vaak aluminium panelen. Het meest kenmerkend voor Meiers architectuur zijn zijn overal toegepaste opvallende glanzend witte gevels. De metalen gevelpanelen die zo karakteristiek zijn voor Meier's ‘witte architectuur' paste hij voor het eerst toe in het Bronx Development Center (1970-76).

Richard Meier won tijdens de jaren 80 verschillende architectuurprijzen. In 1984 ontving Meier de prestigieuze Pritzker Prize, de belangrijkste onderscheiding die een architect ten deel kan vallen.

Het J. Paul Getty Center in Brentwood, Los Angeles, Californië (1984-1997) is ongetwijfeld grootste opdracht die in de 20ste eeuw aan één architect werd verstrekt. Het budget bedroeg een miljard dollar. Toen Meier voor het eerst over de heuvels liep waar het Getty Center gerealiseerd moest worden, had hij zich wanhopig afgevraagd:,, Hoe moet ik hier in hemelsnaam beginnen? '' Op de heuvel van 100 hectare zijn inmiddels 32.000 m2 expositie ruimte in 6 gebouwen en 1200 parkeerplaatsen gerealiseerd. Het Getty Center bestaat uit het J. Paul Getty Museum, kantoren voor de Getty Trust, een auditorium, het Getty Conservation Institute, het Getty Research Institute for the History of Art and the Humanities, het Getty Education Institute for the Arts en het Getty Information Institute.

Onverwacht werd hij ook voor een andere uitdaging geplaatst. Men wilde vanwege de overvloedige bezonning namelijk geen spierwit gebouw en dat is nu juist zijn handelskenmerk. Meier vertelde dat hij alle soorten stenen in zijn hand heeft gehad. Uiteindelijk viel de keus op travertijn, een marmerachtige steen met een gebroken witte kleur. Niets werd aan het toeval over gelaten. Zo werd de lichtinval van de expositiezalen van tevoren getest met schaalmodellen. De enige verrassing was een aardbeving, enkele jaren geleden, maar gelukkig bleek het gebouwencomplex daartegen bestand.

Bekijk de fotospecial van Richard Meier. Klik hier.

Ook interessant