Algemeen

Positieve vooruitzichten voor kunststof- en rubberindustrie

Ter gelegenheid van haar Algemene Vergadering publiceert Federplast.be, de vereniging van producenten van kunststof- en rubberartikelen, de resultaten van een rondvraag bij haar leden. Het productievolume van de kunststof- en rubberindustrie kende in 2010 een stijging van 5,7 %. Voor 2011 verwacht 70 % van de bedrijfsleiders een verdere groei. De tewerkstelling zal positief evolueren. De sector vreest dat deze positieve vooruitzichten bedreigd kunnen worden door een verdere prijsstijging van de grondstoffen. Besparing van energie en een beheersing van de loonkosten dringen zich op om competitief te blijven met de sterk groeiende kunststof- en rubberverwerkende industrie in Duitland.

Federplast.be vertegenwoordigt de kunststof- en rubberverwerkende leden van Agoria, de federatie van de technologische industrie, en essenscia, de federatie van de chemische industrie en life sciences. De kunststof- en rubberverwerkers zijn een KMO sector met een gemiddelde bedrijfsgrootte van 45 werknemers. Wanneer men ook de grondstofproducenten meerekent, dan vertegenwoordigt de kunststof- en rubbersector binnen Agoria, essenscia en Federplast.be samen meer dan 300 bedrijven, 34.000 werknemers en een omzet van 16 miljard €. “Kunststoffen en producten van kunststof” zijn met een exportsaldo van meer dan 10 miljard € sector nr.1 in de handelsbalans van België.

De kunststof- en rubberverwerkende bedrijven kenden in 2010 een groei van het volume van + 5.7 % en qua omzet + 14,9 %. Hoewel de tewerkstelling in het derde kwartaal nog daalde met - 1,1 %, voorziet 87 % van de bedrijven voor 2011 een stabiele of stijgende tewerkstelling. "Uit de rondvraag blijkt optimisme bij onze leden”, aldus Stéphane Dalimier, voorzitter van Federplast.be, “56 % van de bedrijfsleiders verwachten groei in bestaande markten, terwijl 80 % groei ziet in nieuwe markten. De crisis is voor onze dynamische KMO’s de aanleiding geweest om op zoek te gaan naar nieuwe opportuniteiten”. De helft van de bedrijfsleiders verwacht dit jaar het niveau van voor de crisis terug te bereiken of te overtreffen.(1) “Hoewel dit een positief signaal is” aldus dhr. Dalimier, “blijven we duidelijk achter op de kunststof bedrijven in Duitsland die dank zij de loonmatiging dit jaar de crisis voor 75% overwonnen zullen hebben”.

Naast de hoge loonkosten, vrezen de kunststof- en rubberverwerkend bedrijven een verdere erosie van de marges als gevolg van de sterk stijgende grondstofprijzen. De meest frequente kunststoffen kennen sinds het dieptepunt van de crisis, begin 2009, een ononderbroken prijsstijging van 50 to 100 %. Maar ook in vergelijking met de situatie voor de crisis liggen de prijzen nu al voor de meeste kunststoffen 15 tot 25 % hoger dan in september 2008. De verwachtingen zijn dat de grondstofprijzen de eerstvolgende maanden nog verder zullen stijgen, zodat verpakkingen, bouwproducten, technische onderdelen en consumentengoederen van kunststof en rubber duurder dreigen te worden.

Federplast.be besteedde op haar algemene vergadering ook bijzondere aandacht aan de klimaatproblematiek. Dhr. Aafko Schanssema van PlasticsEurope, besprak de resultaten van een onderzoek naar de bijdrage van het gebruik van kunststoffen aan de klimaatbeheersing. “Wanneer men zou overwegen kunststofproducten systematisch te vervangen door andere materialen, dan zou het overeenkomstig energieverbruik met 57 % toenemen”, aldus Dhr. Schanssema, “voor Europa betekent dit een bijkomend energieverbruik van 2400 miljoen GJ/jaar. Het gebruik van kunststoffen bespaart 5 tot 9 maal meer broeikasemissies dan wat er vrij komt bij de productie van deze materialen en bij de verwerking van hun afval”

Hoewel de sector al via het gebruik van haar producten veel energie uitspaart, willen de kunststofbedrijven ook intern, in de eigen productieprocessen, het energieverbruik beperken. De voorzitter van Federplast.be, dhr. Stéphane Dalimier, ondertekende daartoe een intentieverklaring om aan te sluiten bij een Europees initiatief om tegen 2020 binnen de kunststofverwerkende sector een energiebesparing van 20 % te realiseren.


(1) De bevraging van de bedrijfsleiders dateert van voor de burgeroorlog in Libië en de natuurrampen in Japan die wellicht een negatieve impact hebben op economische vooruitzichten in het algemeen.
Build for Life